Opera

Contes d' Hoffmann Krzysztof Warlikowski/De Munt

Docteur Miracle in de Opera

In zijn regie van ‘Les Contes d’Hoffmann’ van Jacques Offenbach voor de Munt verplaatst de Poolse regisseur Krzysztof Warlikowski de actie van het Parijs van de belle époque naar het gouden tijdperk van Hollywood. Een verrassende insteek, vergezocht misschien, maar het maakt van deze opera uit 1880 een modern stuk, over ongelukkige liefde, over kunst en leven, over dromen die aan diggelen gaan, over glitter en valse schijn. Alles vertolkt door een zeer sterke cast. En bij Alain Altinoglu bloeit het orkest productie na productie steeds verder open.

Contes d' Hoffmann
Johan Thielemans De Munt meer info download PDF
13 december 2019

De historische Duitse schrijver E.T.A. Hoffmann werd vaak de dichter-dronkaard genoemd. In deze productie wordt hij echter een cineast. Hij gaat na een nachtje boemelen met een kater naar de opnamestudio voor een private screening. De studio heeft de allure van een bioscoop uit het gouden tijdperk van Hollywood, met zijn gouden wanden en een brede bar. Maar het zou ook een opnamestudio of een schouwburg kunnen zijn.

Er zijn veel mensen toegestroomd. De mannen zingen samen een drinklied : ‘leve de wijn’. Offenbach situeert de scène in een Duitse kroeg, maar dat soort couleur locale is aan Warlikowski niet besteed. Hij verdeelde het mannenkoor netjes per stem, en elke groep zingt onder een ouderwetse microfoon zoals we die kennen uit films uit de jaren 1950. Ook als Hoffmann later de ballade van Klein-Zack brengt, staat hij voor zo’n oude microfoon.

Uit deze paar scènes blijkt al dat Warlikowski de handeling van de opera dus radicaal naar de twintigste eeuw verplaatste. Niets nieuws: zo’n tijdsprongen zijn het handelsmerk van Warlikowski. Maar hier is de vertaling wel verrassend. Warlikowski is er altijd tuk op om citaten uit de filmgeschiedenis in zijn stukken te verwerken, en zijn voorliefde voor glamour scènes is bijna obsessioneel. Maar als dat tot dusver slechts kortere elementen waren, komen ze hier volledig centraal te staan.

Filmliefhebbers met een sterk geheugen zullen een avond lang kunnen genieten van alle verwijzingen. Zo zie je screentests van zangeres Petibon op een scherm, of wandelt Olympia het toneel op als de ideale robot uit Metropolis van Fritz Lang. In de laatste bedrijven zie je duidelijk de vloer uit ‘Twin Peaks’ van David Lynch. Een negatief personage als Dapertuto wordt als de ‘Joker’ geschminkt, iets wat iedereen zonder moeite zal herkennen. Er zijn ook veel kitschelementen. Het duidelijkste voorbeeld zijn de drie showgirls in roze pakjes en op pointes. Ze doen denken aan musicals uit de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw. Maar tezelfdertijd staan ze voor de drie vrouwen waarop Hoffmann verliefd wordt. Zijn die ‘ideale’ geliefden ook geen valse ideale wezens dankzij de blik van een man?

Als toeschouwer kan je veel plezier beleven aan het speuren naar verwijzingen, maar je vraagt je af waar dat zal op uitlopen. Het antwoord krijg je pas op het einde, als de drie grote geliefden van Hoffmann gestorven zijn. In deze enscenering vertolkt één zangeres, een briljante Patricia Petibon, ze allemaal. Als dan het rode doek valt, volgt een Oscar-uitreiking waarop Petibon bekroond wordt. Maar bij haar dankwoord, komt Hoffmann, de regisseur,  tevoorschijn en duwt haar weg. Deze scene is een letterlijk citaat van de filmklassieker ‘A Star is Born’ met Judy Garland en James Mason. De monoloog werkt hier op verschillende vlakken : hij is in wezen pijnlijk, maar werkt ook ironisch. Die dubbele laag is het hoofdkenmerk van de hele avond.

De dubbele laag is het hoofdkenmerk van de hele avond

We kijken inderdaad naar een verhaal met een zekere afstand. We weten niet precies waar we ons bevinden : is dit een filmopname, of de registratie van een cd (met een prominente nagra -bandopnemer, het zoveelste nostalgische element van deze opvoering). Dat geeft aan verschillende ogenblikken een heel apart karakter. Zo zingt Nicklausse, de muze en beschermer van de dichter, een aria, maar Warlikowski weekt die los uit het verhaal door de zangeres Nicole Losier op het voorplan voor een microfoon te laten zingen. Plots is Offenbach voorloper van het Frans chanson - de genres zijn omgewisseld.

Warlikowski en zijn scenografe  Malgorzata Szczesniak werken met realistische decorstukken, maar gebruiken ze wel met een grote vrijheid. Daardoor stoort het niet dat Hoffmann (Eric Cutler) nu eens aan de actie deelneemt en dan weer vanop de zijlijn toekijkt of leidt. Dat dwingt de toeschouwer om vanop een afstand het gebeuren te bekijken. Je kijkt naar Hoffmann of met Hoffmann. Ironisch dus, maar tegelijkertijd ook ernstig, een heerlijke dubbelheid. Zo komen bijvoorbeeld de donkere kleuren  van het bedrijf dat zich in Venetië afspeelt, volledig tot zijn recht. De opera raakt hier het tere punt aan van de keuze tussen succes, liefde en totale toewijding. De zangeres Antonia zal liever sterven dan aan alle optredens te verzaken.

Bij Warlikowski is opera volledig  theater geworden. Dat zie je aan het naturel dat hij van operazangers weet te verkrijgen. Omdat Warlikowski en dirigent Altinoglu besloten hebben om verschillende rollen door één en dezelfde zanger/es te laten zingen, kunnen een reeks vertolkers uitblinken. Het is vast en zeker de avond van Petibon -  niet onterecht met de ironische Oscar gelauwerd, maar ze wordt ook omringd door een schare uitstekende vertolkers. In het tweede bedrijf draait alles rond Olympia – de automaat waarop Hoffmann verliefd wordt.

Petibon zingt en acteert op de rand van de overdrijving. Onbeschaamd zal ze in deze beroemde aria voor coloratuur ‘slecht’ zingen. Ze schreeuwt de hoge noten uit, zonder op de toon te letten. Dit is komisch, risicovol en prachtig. Later is ze bij de andere personages een dramatische en lyrische sopraan. Dan gaat het om expressie van verscheurende gevoelens. Zoetgevooisd is ze dan in de beroemde ‘Barcarolle’, waar haar stem versmelt met deze van Michèle Losier. Warlikowski tovert het tafereel om tot een lesbische liefdesscène.

Nicklausse wordt vertolkt door Michèle Losier – zij is het enige ‘normale’ personage in het verhaal. Al haar aria’s zingt ze wondermooi, in een sterk contrast tot Petibon. Ogenschijnlijk minder mikkend op virtuositeit maar even gekund. Hoffmann wordt vertolkt door Eric Cutler. Niet alleen zingt hij de partij  voortreffelijk, maar blinkt hij uit in naturel. De regisseur en de zanger maken een interessante keuze door Hoffmann niet als een verloederde dronkaard, want zo blijft het personage geloofwaardig als de grote opnameleider, die vanop de zijlijn  alles via zijn koptelefoon volgt.

Niets dan lof dus voor de hele bezetting. Zelfs de kleinste rollen klinken overtuigend. Ook niets dan lof voor koor en orkest, met vaste, enthousiaste hand geleid door Alain Altinoglu. Dat alles zorgt voor een opwindende avond in de Munt.

Maar ter afronding kom ik nog even terug op het theatrale aspect van deze enscenering. Warlikowski heeft deze opera sterk gedeconstrueerd, en gaat zo tegen de duidelijke oorspronkelijke verhaallijn in. Hij heeft als het ware zonder ruimtelijke focus geregisseerd. Zo laat hij in alle hoeken en kanten kleine gebeurtenissen plaatsvinden, die de centrale actie niet dienen, maar wel meer gewicht geven aan de talrijke bijrollen. Je geniet van zoveel intense arbeid bij een voorstelling die een heel aparte eigenschap heeft. Het vraagt veel van de vertolkers, vraagt een  gespannen aandacht  van de dirigent, en een volgehouden inspiratie van de regisseur. Zo wordt deze ‘Contes d’ Hoffmann’ een intens modern stuk. In de opera is er een ‘docteur Miracle’ aan het werk, een valse waarde, maar de echte mirakeldokter is in dit geval Warlikowski.

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login