Dans / Performance

Water will (in melody) Ligia Lewis

Er was eens een weerspannig meisje

Sprookjes dienen vaak om kinderen in slaap te wiegen. Maar hoewel de Dominicaans-Amerikaanse choreografe Ligia Lewis het stramien van het sprookje ‘The willfull child’ (‘Das eigensinnige Kind’) van de Gebroeders Grimm inzet voor haar performance ‘Water will (in melody)’, verstoort dit verhaal de nachtrust eerder. Haar hoofdpersonage is geen kind meer, zoals bij de Gebroeders Grimm, maar een meisje. Vier vrouwelijke performers nemen ons mee in een duistere afdaling in haar onderbewuste. Daar gelden gewone betekenissen niet meer. Kunnen we die echt loslaten?

Water will (in melody)
Lotte Ogiers Kaaitheaterstudio's Brussel meer info download PDF
10 december 2019

Er hangt een dikke mist in de zaal. Het podium is verstopt achter zo’n barok gordijn dat toneelmeesters ooit met de hand openden bij het begin van het stuk. Er klinken woudgeluiden zoals vogelgezang. Een zacht licht tast zoekend het gordijn af tot Dani Brown als een schim opduikt. Ze is als een dier in de nacht verdwaald. Ze lijkt niet meer helemaal menselijk. Ze blijft maar woorden en zinnen uit het sprookje herhalen. Over een meisje dat haar moeder altijd ongehoorzaam is, waarvoor God (de patriarch bij uitstek, blijkt later) haar straft met een ziekte waaraan ze sterft. Maar ook als ze begraven is, blijft haar hand zich verzetten tegen de dood. Hij woelt zich een weg naar boven tot de moeder de hand met een schop terug onder de grond klopt.

Dan schuift het gordijn dramatisch open. We staren in een duister gat, alsof we mee met het meisje zijn afgedaald naar een andere wereld. De grote leegte. De coulissen en machinerie zijn zelfs te zien. Vier gedaantes doemen hierin op, gekleed in wit-zwarte kostuums die frivole kanten sokjes contrasteren met blinkend zwart leer. Part one verschijnt op de muur. 

De contrasten zitten niet enkel in de kostuums. Ook de soundscape speelt een repetitieve beat uit tegen koorgezang. Susanne Sachsse, Dani Brown en Ligia Lewis, houden elkaars handen vast en doen in slow motion alsof ze vallen in het graf dat voor hen gegraven is. Op de voorgrond toont Jolie Ngemi een bevreemdende pantomime: haar beweeglijke gezicht weerspiegelt na elkaar verdriet, angst, ongeloof, verbazing. Haar gezicht staat nooit stil, alsof ze overmand wordt door tegenstrijdige emoties. Het is een performance op hoog niveau. In haar bewegingen suggereert Ngemi hoe iets haar telkens tegenhoudt, zoals een blik op een denkbeeldige horloge of een onzichtbare trekdraad. En telkens is er die hand die een eigen leven leidt en omhoog reikt. Het zal een symbool worden voor onze meest verborgen verlangens.

Als de Duitse Susanne Sachsse naar voren treedt, wordt het duidelijk dat Lewis het niet meer alleen over een meisje heeft. Het beeld van de vrouw sijpelt binnen in de performance. Sachsse draagt een latex pakje, op haar hoofd heeft ze een vroom kapje, alsof ze hoer en non tegelijk is. Dat stralen de bewegingen van Sachsse ook uit: ze wrijft over haar vagina, en richt dan meteen haar hoofd naar beneden om te bidden.

Ook Sachsse prevelt nogmaals flarden van het sprookje, maar in het Duits. Dat werkt: de taal voegt aan het verhaal sfeer toe. De gotische horrorverhalen van E.T.A. Hoffman, over vreemde en misleidende vrouwenfiguren die mannen gek maakten, schijnen door. Niemand minder dan Sigmund Freud ontwikkelde zijn theorie over het Unheimliche aan de hand van Hoffman’s ‘Der Sandmann’.

Stilaan wordt ‘Water Will (in melody)’ eerder obscuur dan bevreemdend. Het lijkt alsof Lewis het verlangen van de kijker om te begrijpen uitdaagt door steeds nieuwe lagen toe te voegen aan het verhaal. Dat is niets nieuws in haar werk. ‘Water will (in melody)’ is het sluitstuk van haar trilogie ‘Blue Red White’. Daarin zet ze zowel het lichaam als de taal in om de verwachtingen van het publiek te frustreren. ‘Look, I leave the frame,’ roept Lewis tijdens de performance als ze openlijk in de coulissen verdwijnt. Door beelden ‘onleesbaar’ te maken wil ze ons dwingen na te denken over categorieën die we onnadenkend toepassen op het zwarte lichaam of het vrouwelijke lichaam, omdat ze die lichamen recht van spreken ontnemen. Het meisje in ‘The willfull child’ sterft omdat ze niet voldoet aan de verwachtingen van de patriarchale maatschappij. Haar graf is de innerlijkheid die haar ontzegd werd, haar hand het (tevergeefse) verzet.  

Ze kunnen niet anders dan zich verspreken en excuseren

Een volgende scène toont de innerlijke strijd die het meisje zo voert. De vier vrouwen hebben hun lichaam nauwelijks onder controle. Ze vallen steeds weer. Achter hen verschijnt ondertussen een onnavolgbare, associatieve tekst op de muur, vol woorden en zinnen over ‘de wil’. Je kan er haast geen touw aan vastknopen. Tot je ziet hoe Susanne Sachsse de tekst voordraagt. Ze onderbreekt zichzelf voortdurend,  mompelt, zegt steeds weer sorry , en herbegint dan van vooraf aan. De drie anderen herhalen haar, als een koor. Ze willen gehoord worden, proberen, maar de eigen wil van de vrouw is ontnomen door het kader dat hen verstikt en hen de adem ontneemt. Ze kunnen niets anders dan zich te verspreken en te excuseren want ze spreken nooit uit zichzelf, altijd in naam van een ander, die op hen de woorden projecteert die zij moeten declameren.

Wie is die ander? Lewis laat niet toe dat we kijken alsof we er niets mee te maken hebben. Na een grappige scène, de vier vrouwen dansen jazzy op een Enya-remake, lijkt het stuk afgelopen. Het gordijn zakt weer naar beneden. Alleen de krullen van Lewis, die op de grond ligt, piepen nog van onder het gordijn uit. Iemand wil al applaudisseren.

Maar zo snel komen we er niet vanaf. Een stroboscoop dwaalt door het publiek, de zaallichten gaan aan. Lewis komt van achter het gordijn en houdt middenin het publiek een toespraak. Daarin benoemt ze ons als ‘creatures of the light.’ We zijn betrapt. Geleidelijk worden haar woorden ook nu weer onverstaanbaar, omdat ze haar hand in haar propt en er nadien parels uithaalt. Onder de blik van ‘creatures of the light’ –zij die het woord hebben- moet een vrouw, en zeker een zwarte vrouw, zwijgen, lijkt ze te willen zeggen. Niemand die weet welke kostbare verlangens op die manier genegeerd worden.

Het gordijn schuift nu voor de tweede keer open voor ‘Part two’. Dat is nog donkerder. Het regent ook op het podium. De buitenwereld sijpelt binnen in het ‘graf’ van het meisje. Tast de publieke expositie haar innerlijke wereld aan? Welke stempel drukt de buitenwereld op onze verlangens?

De vrouwen blijven zoeken, volgen hun lichaam, proberen tevergeefs hun ongehoorzame handen te controleren. Al snel vallen de performers uitgeput op een hoop, maar daaruit ontwikkelt zich al snel een collectieve seksbeleving. Uit de passiviteit ontstaat verzet. De vrouwenlichamen zijn het beu om bekeken te worden. Sachsse opent haar benen en toont haar naakte venusheuvel. Of we dat willen of niet. Daarna trekken de vier vrouwen zich langzaam terug. Ze vallen weer. Er klinkt een storm. Verzet is moeilijk tegen fenomenen die van bovenaf kracht uitoefenen. Eens de vrouwen verdwenen zijn resten vier gordijnen en de wind die hevig waait. Niets op de lege theatervloer verraadt nog wat hier gebeurde.

Met Water Will (in Melody) toont Lewis op intelligente manier haar visie als eigentijdse choreografe. Hoewel ze duidelijk voor een feministisch discours kiest, wordt haar vertelling nooit belerend omdat de soundscape en belichting van het podium een buitenaardse plek van maken die nooit expliciet verwijst naar een maatschappij als de onze. De vier performers tonen hoe goed ze kunnen overleven in die heel eigen wereld. Hun bewegingen zijn spannend, hun gezichten indrukwekkend. Als je weet dat Lewis kiest voor onleesbaarheid, dan slaagt ze wonderwel in die opzet met een performance die als zich als een nachtmerrie ontvouwt, ons opslokt, en moe maakt. Tijdens een nachtmerrie geef je je over, bij het ontwaken begrijp je de betekenis.  Want frustrerend is het wel, niet alles te weten, vrouw te zijn, het water te horen sijpelen zonder te weten waar het precies vandaan komt en welke schade het op lange termijn zal aanrichten. 

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login