Yo escribo. Vos dibujas. Federico Léon
Vragen, vragen, vragen
‘Yo escribo. Vos Dibujas’ van Federico Léon is eerst een toestand, alsof je op een stadsplein loopt. Spelen en vermaak. En veel ernstige gezichten. Daarna volgt een les Carl Gustav Jung. Bij het verlaten van de zaal blijft er groot vraagteken achter.

Je betreedt een zaal die wijd open ligt, alsof je op een marktplein stapt. Overal staan toestellen, tafels, een vijver. Ze worden bediend door mannen die allen heel ernstig kijken, en de toeschouwers die voorbij flaneren, geen glimlach gunnen. Je vraagt je af of dit over het contrast ernst-spel (zonder luim) gaat. Dat is een eerste vraag.
Er laveren ook mannen op skateboards door het publiek, een beetje doelloos. Er is een tafel waar schaak wordt gespeeld – met schaakstukken van chocola. Een andere tafel verwijst naar de titel van het stuk: ‘ik schrijf, jij tekent’. Je kan er aan gaan zitten en dan doen wat er gevraagd wordt.
Dan is er nog het straatspel waarbij je moet raden onder welk van drie kopjes een bolletje verstopt zit. Op straat (ik zag dat in New York) hoort daar altijd gevaar bij, want als de politie verschijnt, verdwijnt de manipulator met zijn tafeltje.
Maar gevaar is hier niet. Pingpongballetjes daarentegen zijn er hier met hopen. Er zijn ook verschillende opblaasbare poppen, Pokémons, denk ik. Er is ook een glazen kast. Daar komen de deelnemers zich één na één presenteren: even stilstaan en weggaan. Het lijkt even op een toneelvoorstelling.
Als je rondloopt van plek naar plek, zie je ook overal boeken liggen. Ze komen uit het schap esoterie: Gurdieff, Krishnamurti, Jung en zelfs een bijbel. Zou dat een sleutel zijn? Zou hier ‘gelaagdheid’ optreden? Maar met de boeken gebeurt er niets. Wel lopen de ‘acteurs’ met papieren rond die ze iedereen doodernstig toestoppen. Het wordt een bundel. Is dit ironisch ‘teksttheater’? Op het einde van dit gebeuren worden die allemaal teruggevraagd. Wie dacht die achteraf te consulteren, komt bedrogen uit ( ik dus).
Dan is de eerste episode gedaan en wordt het publiek gevraagd om naar een andere ruimte te gaan. Dat blijkt een klein theater te zijn. Op de stoelen ligt een brochure ( zoiets als een universiteitscursus). Daaruit wordt een tweetal keer voorgelezen. Vooral een anekdote over een boer is een stukje poëzie. Een actrice geeft vervolgens een les Carl-Gustav Jung: vooral zijn concept van de synchroniciteit vindt ze zeer belangrijk concept. Een kleine link met de boeken in de andere ruimte. Dan verdwijnt ze achter het podium en keert weer, verkleed als een nurse. Er volgt een kort stukje stoute ziekenverpleegster. Daarna verdwijnen alle spelers en is het gedaan.
In het programmaboekje vernemen we dat Federico Léon zich kritisch opstelt tegenover het toneel in Buenos Aires. Ginder kan deze voorstelling dan misschien een duidelijke (onmiddellijke?) betekenis hebben. Maar hier sta je onwennig te kijken. Relevant kan ik het niet vinden. Dat is natuurlijk altijd het probleem als je voorstellingen uit hun context haalt. Dit kan je evengoed banaal of leeg vinden, als intrigerend en een les over Jung nuttig. Wat me bijblijft, zijn de ernstige blikken bij het vermaak uit het eerste deel. Dan moet ik bekennen dat dit bijdraagt tot de indruk dat dit alles toch wel wat pretentieus is.
Na anderhalf uur kom je dus buiten met vragen, vragen, vragen.
Genoten van deze recensie?
Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.
Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.
Steun pzazz