Baan Cult, Muang Cult Wichaya Artamat
Verveling als politiek wapen
‘Bedompt’, was het woord dat bij me opkwam hoe langer ik keek naar ‘Baan Cult, Muang Cult’ van de Thaise theatermaker Wichaya Artamat. Twee jonge mannen en twee iets oudere vrouwen, opgesloten in een uitbundig versierde, maar vreugdeloze kamer, doden de tijd. Met op de achtergrond het gekwek van de staatsradio en zelfmoordgedachten.
![](https://www.pzazz.theater/images/3000w/kfda23-baan-cult-hi-c-anna-van-waeg-4565---kopie_1.jpg)
‘Baan Cult, Muang Cult’ betekent in het Thais ‘Cultus van het huis, cultus van de natie’. Die natie dringt hier door tot in alle poriën van twee kamers door het geblaat van een radio die de bewoners een uur en tien minuten lang bestookt met raadgevingen. Hoe word je een goed mens? Hoe dien je de natie? Hoe draag je bij aan een vriendelijke wereld? Met zeurderige muziek als lijm.
Hoe vaak een onzichtbare hand ook een andere zender zoekt, de plakkerige stroom peptalk houdt aan. Het is stierlijk vervelend, maar net daardoor sijpelt een gevoel binnen wat het betekent om te leven in een land dat in naam een constitutionele monarchie is, maar wezenlijk een militaire dictatuur, verscheurd tussen de traditie van boeddhisme en ontzag voor de koning en rücksichtslose verwestersing, al rijmt die dan niet op ‘verlichting’ maar eerder op verdwazing en infantilisering.
Van die natie zien we verder niets. Als de radio eindelijk zwijgt kijken we nog ruim een half uur naar twee huiskamers die aan elkaar palen, slechts gescheiden door kralenkettingen die zo ver uiteen hangen dat je er dwars doorheen kijkt. Het publiek zit, in de Kaaistudio’s, aan weerszijden van dat decor. De ene helft ervan kijkt binnen in de kamer waar twee vrouwen rondhangen, de andere in een speelkamer waar twee jonge mannen, belhamels bijna, met elkaar rotzooien.
Door de ene kamer zie je door de kralenkettingen ook de andere kamer. In de loop van het stuk blijkt dat de bewoners van de ene kamer zich perfect bewust zijn van die andere, maar verkiezen die te negeren, zelfs als de belhamels binnensluipen bij de vrouwen om iets te gappen. Hoogstens is er de droge opmerking van één van de vrouwen dat die twee wel heel luidruchtig de liefde bedrijven. Privacy bestaat hier niet. Negeren van het bestaan van de ander is de enige oplossing.
Bij de vrouwen heerst, zolang de radio bleirt, lamlendige berusting. De ene versnijdt aan een laag tafeltje groenten en mikt ze in een elektrische kookpot. De andere hangt in de zetel, en brengt later orde aan in een stapel boekjes. Als je goed kijkt merk je dat daar ‘opruiende’ geschriften bij zijn, zoals het boek ‘No God, no king, human’ dat – vermoed ik – de discutabele status van de Thaise koning aan de kaak stelt. Soms wisselen ze van rol, maar veranderen doet er niets. Een strijkplank en een stoel zijn het enige andere meubilair. Huisvrouwen. Opgesloten in huis.
In de andere kamer is het meubilair nog schaarser. Op kinderspeelgoed, zoals een plastic smurf en een badeend, en een fles (sterke drank?) na beperkt het zich tot een reisbed voor kinderen, zo één die je bovenaan kan dichtritsen zodat peuters niet kunnen ontsnappen. De bewoners zijn nochtans allerminst kinderen: ondanks hun voortdurende vechten en rollebollen zijn het jonge volwassenen, die een relatie hebben, minstens seks met elkaar hebben. Een van de twee beweert dat ze opgesloten te zijn door een onzichtbare vader. De andere dat de ene hem gevangen houdt.
De basisfiguur van het stuk is de anticlimax. Er gebeurt niets , of toch niets dat ergens toe leidt.
Bij de vrouwen gaat het er anders aan toe. Ze kleden zich op. De ene met een rozige wikkelrok en bijpassend jasje met het gezicht van Musti als motief. Knalroze kousen completeren het ensemble. De andere houdt het bij een stuk plooistof die ze om haar lijf drapeert. In die tenue probeert de ene zich doodgemoedereerd te verstikken, terwijl de andere al even flegmatiek alles klaar zet om zich te verhangen aan een koord dat al die tijd hing te wachten. Voor de zekerheid ligt er ook een revolver klaar. Toch zien ze van de daad af. Ze zijn gewoon te moedeloos om zelfs dat plan door te voeren. Later wisselen ze van kostuum, nog later ontdoen ze zich weer van alle opsmuk. Ondertussen heeft een van de twee het erover dat ze graag erkenning zou krijgen als ‘huisvrouw van het jaar’.
‘Baan Cult, Muang Cult’ is, in zekere zin, een onmogelijk vervelend stuk. Er gebeurt niets, toch niets dat ergens toe leidt. De basisfiguur ervan is de anticlimax. Zelfmoord of seks als fait divers. Tegen het einde besefte ik dat Artamat toch al die tijd mijn belangstelling gaande hield, en me zelfs verbijsterde. Je blijft kijken naar de ondoorgrondelijke, maar bijzonder raak weergegeven moedeloosheid van de personages.
Artamat is, zo bleek, een meester van het understatement. Dit stuk is, door de absurditeit van wat we zien, onmiskenbaar een persiflage op de infantiele staat van onmondigheid en afhankelijkheid, van beperking en opsluiting, waar de Thaise staat – en wellicht ook cultuur – haar inwoners toe veroordeelt. Het is een cartoon, maar dan één die er griezelig echt uitziet door het extreme realisme van het spel. De tijd gaat hier net zo traag als ze wellicht in werkelijkheid loopt voor Thais die geen ander vooruitzicht hebben dan dit soort leven.
‘Baan Cult, Muang Cult’ is zo, op een paradoxale manier, een uitgesproken politiek stuk. Niet door het over politiek te hebben, maar door te tonen hoe die politiek, via media als de radio, als een zuur invreet op de geestelijke en affectieve vermogens van mensen. Het stuk dateert uit 2014, en werd recent hernomen. Wellicht zou vandaag de smartphone er een grotere rol in spelen.
Daarbij deze bedenking: wellicht snapte ik nog niet de helft van de allusies waarvan het stuk wemelt. De verwijzingen naar bekende TV series bijvoorbeeld, of de publicaties die bij de vrouwen rondslingeren. Wellicht is ook het lege kader in de huiskamer van de vrouwen, waar de zelfmoordstrop doorheen loopt, een verwijzing naar de naar verluidt alomtegenwoordige statieportretten van de Thaise koning? Het zou zomaar kunnen dat dit stuk daardoor alleen al in Thailand consternatie uitlokt. Hoe vervelend het ook is. Verveling als wapen tegen een bedompt staatsbestel.
Genoten van deze recensie?
Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.
Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.
Steun pzazz