Toneel / Performance

Memory of Mankind Marcus Lindeen & Marianne Ségol

Onzichtbaar geweld, op grote schaal

 Niemand kan zich voorstellen hoe de wereld er over pakweg 10.000, laat staan 100.000 jaar zou uitzien. Het is niet eens zeker dat mensen dan nog de overhand zullen hebben. Misschien zijn we als soort dan wel verdwenen. Welke levensvorm dan zal domineren, en hoe intelligent die zal zijn, we hebben er het raden naar. Heeft een ‘toekomstarchief’ dat toekomstige intelligente wezens informeert over waar wij vandaag staan dan wel zin? Marcus Lindeen en Marianne Ségol confronteren je in ‘Memory of Mankind’ op spitante wijze met de discussies die zo’n project oproept.       
Memory of Mankind
Pieter T’Jonck KVS Box, Brussel, in het kader van Kunstenfestivaldesarts 2024
27 mei 2024

Tijdens de corona lockdown vatte de Oostenrijkse kunstenaar Martin Kunze het project ‘Memory of Mankind’ op. Dat wil de huidige kennis en cultuur vastleggen op geglazuurde tegels. Dat materiaal zou tegen alles bestand zijn, tot ver in de toekomst, en daardoor toekomstige generaties in staat stellen om zich een helder beeld te vormen van de mens anno 2024.

Hij wil die begraven in oude zoutmijnen in Hallstatt, een stadje aan een meer in Midden-Oostenrijk. In de toekomst zullen die tegels door mijnverzakkingen ontoegankelijk worden, maar dat lost hij op door tabletten, alweer in gebakken aarde, met daarop de locatie van het archief, in omloop te brengen. Om die te interpreteren is geavanceerde intelligentie vereist, maar de kunstenaar denkt dat net dat belangrijk is: je wil niet dat vandalen de ‘schat’ ontdekken en niet weten wat ermee te doen.

De kunstenaar besefte al gauw dat een representatie van onze cultuur zich niet zou kunnen beperken tot formules als ‘E-m.c2’ of ‘F= m.a’, noch tot historische overzichten. Hij liet ook ‘gewone’ mensen toe om hun verhaal in te zenden. Dat is soms grappig. Iemand gokt erop dat men in de toekomst zal kunnen tijdreizen en stelt een ontmoeting voor in Brussel, op een precieze datum en plek. Kunze censureert daarbij zo weinig mogelijk: enkel kindermisbruik en nazipropaganda weert hij.

Het project zette Lindeen en Ségol aan het denken. Wanneer, en waarom, zouden zo’n tabletten er aanspraak op kunnen maken het ‘geheugen’ van de mensheid te representeren? Dat deed hen meteen nadenken over wat ‘geheugen’ is. Een objectieve registratie is het volgens hen zeker niet, eerder een filter die enkel die herinneringen toelaat die tot een zinvol ‘verhaal’ leiden over wie we zijn, en de rest verdringt.

Zo kwamen ze op het spoor van een koppel waarvan de man lijdt aan ‘dissociatieve fugue’. Een vreselijke aandoening: op onvoorspelbare momenten raakt zo iemand zijn geheugen kwijt, tot en met een begrip van dagelijkse handelingen en zelfs seks. De oorzaak is mogelijk een zo traumatische gebeurtenis dat elk voorval dat de herinnering eraan wakker maakt leidt tot een complete black out. Zijn vrouw voedt hem dan elke keer weer op, en zet hem zo ook in zekere zin naar haar hand.

Ze stootten ook op een ‘queer’ archeoloog, die aantoont dat de interpretatie van archeologische vondsten vaak openlijke signalen van ‘queerness’ negeert. Hij illustreert dat met de flagrante miskenning door archeologen van de oude stempel van een homoseksuele relatie in de afbeeldingen van twee mannen in het oude Egypte.

Lindeen en Ségol distilleerden een fictief gesprek tussen alle betrokkenen uit dat materiaal, en lieten professionele acteurs die discussie inspreken. De acteurs die we in de voorstelling zien zeggen die teksten woordelijk, met alle haperingen, na, zoals ze die horen via een oortje. Deze performers zijn geen professionele acteurs, maar zijn wel vertrouwd met het kennisdomein van de oorspronkelijke gesprekspartners van Lindeen en Ségol. Zo is Jean-Philippe Uzan, in de rol van Kunze, een cosmoloog. Alex Ravier, in de rol van de queer archeoloog is onderzoeker van ‘queer’ ervaringen in en rond Parijs. Sofia Aouine, in de rol van de echtgenote van de man met geheugenstoornissen, is een radiomaker en schrijfster, met bijzondere belangstelling voor ‘vergeten’ groepen, net als de gesprekspartner van Lindeen en Ségol. De gesprekspartner met geheugenverlies tenslotte wordt gerepresenteerd door een willekeurige taxichauffeur. De rolverdeling meldt geen naam, enkel ‘driver’.

Het is een intrigerende situatie: we zien geen professionele performers, maar geïnformeerde buiksprekers, die de discussie mee met ons ontdekken, al is dat relatief. Na enkele opvoeringen weten ze natuurlijk wel wat eraan komt. Toch geeft die ‘verbatim’ methode een ongewone levendigheid aan de discussie. Je raakt er als kijker ook sterk op betrokken.

Dat is echter ook, en niet in het minst te danken aan de scenografie van Mathieu Lorry-Dupuy. Die is tegelijk eenvoudig en indrukwekkend. Het is een rechthoekige ruimte, opgebouwd uit geverniste multiplex platen. Aan de vier zijden zijn daarbinnen drie brede en hoge trappen gebouwd, die als tribune dienen. De resterende middenruimte is daardoor erg klein. Net groot genoeg om plaats te bieden aan een reeks smalle, lange bakken gevuld met zo’n informatietegels.

    Naar het einde van de voorstelling volgen een paar formidabele one-liners waar je nog lang over kan nadenken.     

De vier performers verzamelen zich daar rond. Ze bewegen zich dus in dezelfde ruimte, en maken gebruik van dezelfde trappen als die bezoekers, al is de eerste trede wel voor hen gereserveerd. Via schermen boven de twee lange zijden van die tribunes kan je volgen wat er zoal op de archieftegels te lezen valt. Een meeslepende score van Hans Appelqvist markeert met zeer diverse instrumentaties, van donderende pianoklanken tot subtiele synthesizerklanken de etappes in de discussie.

Die is erg pittig. Vooral de opmerkingen van de archeoloog zijn memorabel. Hij merkt bijvoorbeeld op dat de restrictie op nazisympathieën of kindermisbruik reflecteert wat vandaag speelt. Pakweg dertig jaar geleden was een belangrijke mediafiguur als de recent overleden Bernard Pivot nochtans veel coulanter over kindermisbruik. Hoe bepaal je eigenlijk wat wel of niet belangrijk was? Hoe vermijd je een ‘bias’? Kan dat wel?

Naar het einde van de voorstelling volgen een paar formidabele one-liners waar je nog lang over kan nadenken. Op de vraag of hij het OK vindt dat zijn vrouw hem na elk geheugenverlies heropvoedt antwoordt de taxichauffeur: ‘j’ai besoin que quelqu’un me façonne, sinon.je ne serais rien’. Dat is evident door zijn aandoening, maar onbedoeld zegt hij iets dat wezenlijk is voor elke mens. Zonder opvoeding – en wat is dat anders dan ‘façonner un enfant’ -  zou je niet eens mens worden.

Hilarisch is dezelfde man als hij zich bedenkt dat er in het verleden misschien ook wel intelligente levensvormen waren, maar dat wij dat niet kunnen weten, omdat de mens zoals we die nu kennen veel later ten tonele verscheen en er ook nog niet zo lang is als ooit de dinosauriërs. Stel je maar voor dat niet oliedom waren, zoals wij aannemen, maar een volwaardig gevoelsleven hadden. Zou het ons dan interesseren om  iets te vernemen over de klachten van een depressieve dino bij zijn therapeut? Nee, toch? 

Met die 'grap' valt alles op zijn plaats: de informatie op de tegels van Kunze getuigt wellicht van grenzeloze zelfoverschatting en eigenwaan. Ze getuigt vooral van onze vooringenomenheid, onze kijk op dingen, maar of ze daarmee het ‘geheugen van de mensheid’ representeert, het is zeer twijfelachtig. Maar ondertussen leverde ‘Memory of Mankind’ wel op onderhoudende en prikkelende manier veel om over na te denken. Zeker in een tijd waarin allerlei mensen vinden dat ze wél gerechtigd zijn om voor ons de geschiedenis te schrijven. Dat is geweld, onzichtbaar, maar op grote schaal..        

Genoten van deze recensie?

Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.

Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.

Steun pzazz

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Steunen Login