De Seizoenen Eric de Vroedt / Het Nationale Theater / Holland Festival
Het schouwtoneel van de wereld vandaag
De 'Seasonal series' van de Schotse auteur Ali Smith telt vier kloeke, meermaals gelauwerde delen. Ze tonen hoe onbevattelijk grote thema’s als klimaat en een ontredderde natuur, Brexit, vluchtelingen, vreemdelingenhaat, een controlezieke overheid, een noodlijdende democratie en een toxische manosphere verwant zijn en als een splijtzwam binnendringen in de privésfeer. Alsof dat niet volstond heeft Smith het ook over WO II, intergenerationele trauma’s, kunst en zelfs over Chat GTP. De boeken verschenen tussen 2016 en 2020 maar zijn nog steeds actueel als je afgaat op ‘De seizoenen’, de zeven uur durende bewerking van Eric de Vroedt voor het Nationale Theater. Met zegen van de auteur. Een voorstelling die blaakt van ambitie, maar toch struikelt over zijn dadendrang.

De ‘Seasonal series’ is het literaire equivalent van films als ‘Short Cuts’ van Robert Altman of ‘Les uns et les autres’ van Claude Lelouch: een reeks verhalen die los van elkaar schijnen te staan tot blijkt dat personages uit het ene verhaal opduiken in het andere. Zo’n ingewikkeld kluwen valt nauwelijks samen te vatten. Toch dit. In ‘Herfst’ draait alles rond de herinneringen van Daniel Glück, een 104 jarige man die op sterven ligt, en Elisabeth Demand, zijn oogappel. Het tweede deel, ‘Winter’, speelt zich af op een kerstavond die Sofia en Iris, twee van elkaar vervreemde zussen, terug samenbrengt door toedoen van het liefje voor één nacht van Sofia’s zoon Art. In ‘Lente’ redt Florence, een meisje met magische krachten, de wanhopige cineast Richard Lease van de zelfmoord en laat ze hardvochtige bestuurders van detentiekampen eindelijk de toiletten reinigen. In ‘Zomer’ zien we hoe een jonge generatie omgaat met thema’s als klimaat of vreemdelingenhaat. Als in een spiegel volgen we parallel via live gefilmde beelden de oorlogsherinneringen van Glück en zijn zus Hannah.
In de loop van die verhalen blijken veel personages, zonder dat ze het zelf beseffen, een (familiale) band met elkaar te hebben. Zo is Elisabeth de dochter van Richard, en Art de zoon van Daniel. A la Charles Dickens (maar ook de komedies van Shakespeare gluren wel eens om de hoek) stapelt Ali Smith onwaarschijnlijke toevalligheden op elkaar. Ze overgiet die soms met een magische, maar vaker met een absurde en een enkele keer ronduit sarcastische saus. Zo schetst ze een beeld van een wereld – de onze – die steeds meer uit zijn hengsels hangt, met bewoners die murw geslagen zijn door hitsige media, desinformatie, onheilsberichten en wanbestuur. Ze toont ook hoe dat tot in de kleinste poriën van de samenleving eindigt in polarisatie, cynisme, maar ook (ondoordacht) verzet.
Acht spelers vertolken de achttien personages en decvele bijrollen die de Vroedt distilleerde uit die berg verhalen. Met pruiken, kostuums maar vooral veel speeldrift veranderen ze voortdurend, in een oogwenk van personage. De enige die (bijna) steeds dezelfde rol speelt is Hein van der Heijden. Als Daniel Glück is hij de spil waar alle verhalen rond draaien. Daniel is de zoon van Joods-Duitse ouders die al voor WO II naar Engeland uitweken. Hij werd er geboren. Dat kwam hem en zijn vader in de oorlog wel op internering op het eiland Mann te staan. Zijn zus Hannah (Antoinette Jelgersma) had minder geluk: na een vakantie kon ze niet terug en vond later de dood in Frankrijk.
De gewone wetten van ruimte en tijd, oorzaak en gevolg maken in dit stuk plaats voor magische ontmoetingen, dromen en poëtische gedachten.
Die overleden Hannah opent ‘Herfst’, het eerste deel van ‘de seizoenen’. Ze legt bloemen op een denkbeeldig graf en houdt dan een beschouwing over de connecties die via namen van mensen doorheen tijd en ruimte ontstaan. Je merkt zo meteen dat Dat is ook de achillespees van de voorstelling. Jelgersma is zo’n actrice die je moeiteloos doet geloven dat ze voor een echt graf staat, maar tegenover dat filmisch realisme klinken haar woorden onnatuurlijk literair. Ze komen en gaan ook zo snel dat je de woorden niet kan proeven. Herlezen als in een roman gaat natuurlijk helemaal niet.
Ook in de volgende scène verstikt teveel spel de tekst. Daniel is dan, in 2016, 104 jaar oud. Hij ligt op zijn ziekbed maar hervindt plots -niet voor het laatst - als in een droom zijn jeugd. Hij barst uit in lange, ijlende zinnen. Van der Heijdens grote gebaren en luide kreten en alle figuratie eromheen zuigen alle aandacht weg van de tekst. .
Die wat stroeve start vergeet je echter snel als het spel op dreef komt. De Vroedt is een meester in acteursregie: het eerste bedrijf is een spervuur van korte scènes die alle thema’s van het stuk – en de boeken – al op een rijtje zetten. Idiote regelneverij: een scène waarin Elisabeth geen paspoort krijgt omdat de foto 5 mm te lang is. De vluchtelingencrisis duikt op in de hekken die het podium afsluiten. De onmenselijke behandeling van bejaarden spreekt uit de gevoelloze daden van een verpleger. De alomtegenwoordige achterdocht jegens vreemden en mensen die anders zijn weerklinkt in het gekibbel tussen Elisabeth en haar moeder Wendy. Elisabeth kan het als kind al uitstekend vinden met Daniel; haar moeder vindt hem een rare kwast en, wie weet,…een homo!
De acteurs dienen De Vroedt in zo’n scènes meer dan voortreffelijk. June Yanez, in de rol van Elisabeth Demand, switcht verbazend vanzelfsprekend tussen haar rol als tiener, puber en de volwassen vrouw die dankzij Daniel kunsthistorica werd. Joris Smits is de akelige figuur van dienst, met Jelgersma als secondant. Esther Scheldwacht is de spreekwoordelijke overbezorgde moeder. De acteurs spelen groot: ze zetten al die personages aan in heftige kleuren. Karikaturen zijn het niet, maar net iets larger than life wel. Net daardoor roepen ze de wereld van vandaag ook treffend op.
Het imposante decor van Julian Maiwald en Léa Thomas maakt die snelle opeenvolging van scènes mee mogelijk. De basis ervan bestaat uit vier podium brede of -diepe panelen die kunnen stijgen en dalen én een enorme cilinder van ragfijne stof die soms neerdaalt boven het midden van de scène. Dat laat toe om in een mum van tijd een uitgestrekte open plek om te toveren in een besloten of dromerige, onwerkelijke ruimte. Het videowerk van Lennert Esser draagt daar ook sterk toe bij. Op de achtergrond ondersteunen Florentijn Boddendijk en Remco de Jong de handelingen verder met een live gecreëerde soundscape. Ze verweven de zweverige klank van een theremin met andere elektronische en akoestische instrumenten. Daar voegen ze een collage van klassieke stukken als -uiteraard- Vivaldi’s ‘Vier jaargetijden’, maar ook flarden van Ravel (Boléro), Prokofjev (Romeo en Juliette) en J.S. Bach aan toe, maar er passeert ook al eens een popsong.
In hun dovemansgesprekken herken je sprekend het patroon dat polarisatie vandaag volgt.
Dat alles pakt wonderwel uit in ‘Winter’, het tweede deel van ‘De seizoenen’. Art (Joris Smits alweer) staat hierin centraal. Hij is als de dood voor zijn koude en afstandelijke, maar steenrijke moeder (Jelgersma). Hij wil haar onder geen beding teleurstellen. Maar net voor kerst neemt zijn vriendin Charlotte (een hilarische Yanez) het niet meer dat hij niet actiever opkomt tegen alle onrecht in de wereld. Ze breekt met hem. Art betaalt het Kroatische meisje Lux (een kostelijke Mariana Aparicio Torres ) dan om op kerstavond Charlotte te spelen. Lux is echter al te ondernemend. Door haar toedoen duikt Iris (Scheldwacht), zus van Sofia, plots ook op. Ze is omwille van haar linkse opvattingen het zwarte schaap van de familie. De vier acteurs spelen tijdens dat diner de pannen van het dak. In hun dovemansgesprekken herken je sprekend het patroon dat polarisatie vandaag volgt: iedereen graaft zich in zijn stellingen in, niemand luistert, allen wanhopig. Tot de nacht valt en Sofia zich verzoent met Iris, luistert naar Lux en grote bekentenissen doet.
In die twee delen gaat het vaak over de natuur en hoe ook die op hol geslagen lijkt. Het gaat echter ook vaak over kunst, met name over vier vrouwelijke kunstenaars. Alsof de Vroedt, in de voetsporen van Smith, wou zeggen dat we beter moeten luisteren naar wat zij te vertellen hebben. Hoe ze de vinger op de wonde leggen. De collages van Pauline Boty, de voortijdig gestorven Engelse pop-art kunstenares uit de sixties, zijn een thema op zich in ‘Herfst’. Beeldhouwster Barbara Hepworth (die altijd in de schaduw bleef van haar echtgenoot Henry Moore) loopt door alle delen heen: haar beeld ‘Moeder en kind’ verschijnt in deel één zonder ‘kind’, maar die steen keert in deel vier terug. De conceptuele Britse kunstenares Tacita Dean duikt op in de herinneringen van de suïcidale Richard in ‘Lente’ als het gaat over hoe krijtstrepen op leisteen ‘natuur’ kunnen oproepen – als je het wil zien. De cineaste Lorenza Mazzetti, pleegkind van Albert Einsteins neef Robert, bepaalt tenslotte de vorm van een goed deel van ‘Zomer’: de oorlogsherinneringen van Daniel verschijnen er als een live opgenomen pastiche van haar films.
‘Lente’ en ‘Zomer’ zijn uitbundiger dan ‘Winter, maar overtuigen toch minder. Dat ligt ten dele aan de erg nadrukkelijke ideologische openingsscènes ervan. In ‘Lente’ dreunen vijf van de acht spelers zo in een soort politietenue samen ‘foute’ opvattingen af. De staat als medeverantwoordelijke voor alles wat fout loopt. Dat is nogal kort door de bocht in een verhaal waarin de vluchtelingenproblematiek centraal staat. Een vondst is wel dat dit kwintet als een (dansend) koor de belevenissen van de drie protagonisten begeleidt. Alda Lyons (Betty Schuurman) organiseert clandestiene ontsnappingsroutes voor uitgeprocedeerde mensen. Florence (een glansrol van Scheldwacht) is een meisje met toverkracht dat orde op zaken stelt in detentiecentra en en passant ook belet dat de uitgebluste cineast Richard Lease (Joris Smits) zelfmoord pleegt na de dood van zijn boezemvriendin Paddy. Een van de agenten, Brit Hall (Aparicio) wordt ongewild een soort medestander van Florence en Alda. Nog zo’n vondst is hoe Yanez de cineast als het ware ter plekke regisseert en tot handelen dwingt. Maar om het hele verhaal verteld te krijgen op een uurtje moet de Vroedt zijn spelers wel militair streng van de ene naar de andere scène laten springen met talloze maneuvers en kunstgrepen. Het weegt op de subtiliteiten die in de tekst verscholen zitten.
De overdaad aan gebeurtenissen en vondsten perst echter vooral naar het einde toe alle lucht uit het spel
In ’Zomer’ komt die hectiek tot een kookpunt. De Vroedt zet heel veel live film in om te vertellen over detentiekampen in WO II en detentiekampen nu, om toxische mannelijkheid en activisme bij jongeren en de bekrompenheid van ‘boomers’ aan te kaarten. Ook het verhaal van het beeld van Barbara Hepworth krijgt hier een staartje. Ik kan me voorstellen dat het werkt in een roman, maar in een voorstelling van zeventig minuten gaat de inzet van het stuk verloren in al te veel actie. Niet dat de acteurs versagen. Nur Dabagh komt hier bijvoorbeeld plots naar voor als de briljante dertienjarige Robert Greenlaw. Die verweert zich tegen een vijandige wereld met abjecte ideeën over mannen en vrouwen. Aparicio speelt met verve zijn zus Sacha, een intellectueel nogal luie activiste.
‘De seizoenen’ is een theatrale krachttoer van belang, zowel qua opzet als qua kwaliteit van spel, scenografie en regie. De overdaad aan gebeurtenissen en vondsten perst echter vooral naar het einde toe alle lucht uit het spel: je krijgt als kijker geen moment tijd om je in te leven of na te denken over wat de Vroedt in navolging van Ali Smith kwijt wil. Er gebeurt daardoor weinig tussen podium en zaal (al voel je dat de acteurs dat soms wel zouden willen). Toeschouwers zullen zich deze voorstelling wellicht lang herinneren, maar dan minder omwille van de ideeën en vragen die ze stelt dan omwille van de virtuoze inkleding ervan. Dat kan toch niet de bedoeling zijn?.
Genoten van deze recensie?
Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.
Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.
Steun pzazz