The Wake The Living and The Dead Ensemble
Fijn om erbij te zijn
De verhaallijn van ‘The wake’, een stuk van de Haïtiaanse theatergroep ‘The living and The Dead Ensemble’ is misschien niet altijd even helder, maar de sfeer zit wel helemaal goed. Het gaat over de nood aan een revolutie tegen aanhoudend onrecht. Denk ik.
‘The Wake’ was enkel online te zien. De streaming vangt aan met
een opname van de acteurs ergens in de buitenlucht. Iemand steekt onder begeleiding
van trommelgeroffel en een Creools lied een vuur aan. Dat vuur wordt een
terugkerend thema in de voorstelling.
Het volgende beeld is een podiumopname. Dezelfde acteurs
protesteren op de planken. Iemand houdt een bordje omhoog met de woorden ‘Le
monde est en mode lock’. De andere pancartes zijn in het Creools. Een acteur
steekt een betoog tegen de Haïtiaanse staat af. ‘De rijken bestelen de armen
via de staat’. Daarna zingt het ensemble een Creoolse versie van ‘Bella Ciao’ –
ondertussen een gevestigd betogingslied – en scanderen Creoolse leuzen.
De borden verdwijnen. De spelers gaan in een kring liggen.
Een vrouw en een man vertellen een verhaal in het Creools. Enkele woorden zijn
herkenbaar. ‘Aardbeving, lijken, help ons’. Een andere man in het midden van de
kring vertelt hoe het vuur hem overal volgt. ‘Tu n’as pas le sens de la cohabitation, tu nous suis partout. Tout
prend feu, notre passeport, les villes nouvelles.’ Terwijl de acteurs zitten en
drummen met hun handen en voeten, lijst een andere de namen op van bekende
politici. Trump, Macron, Poetin, ze branden allemaal op.
Om de beurt brengen de acteurs stukjes tekst. Vaak in het
Creools, soms, in poëtische teksten, in het Frans. Het gaat er onder andere
over dat de Haïtiaanse revolutie (1791-1804) al aangekondigd werd door de
guerillastrijd – en veroordeling - van de revolutionair François Mackandal in
1758. Het gaat ook over de aardbeving in 2010, en over hoe de Haïtiaanse poëet Frankétienne
vlak daarvoor een stuk schreef over de ondergang van Haïti. Ook een
politieopstand passeert de revue, net als het verhaal van een voodoo-priester
die ten onrechte beschuldigd werd van de verspreiding van cholera.
Naar het einde toe breekt er een - niet erg spontaan aandoende
- ruzie uit in het Creools. Iedereen roept tegen elkaar, tot een vrouw tot
zwijgen aanmaant. Ze richt zich tot het publiek: ‘En jullie? Wie wil zijn
verhaal over het vuur met ons delen?’
Na het stuk spelen enkele filmfragmenten opgenomen in
Clichy-Montfermeil, een banlieu van Parijs, en in Haïti. De fragmenten
stralen dezelfde sfeer uit als het stuk. Onsamenhangend, Creools en Frans,
protest, vuur.
De voorstelling is voor de helft in het Creools. De andere
delen zijn ofwel fragmenten van verhalen, ofwel poëzie. De Creoolse teksten
werden volgens de inleidende mail bewust niet ondertiteld. Maar ook de Franse
teksten zijn moeilijk te begrijpen. Ze zitten vol ongeordende, fragmentarische
verwijzingen naar de geschiedenis van Haïti: van de aardbeving tot de revolutie,
van een voodoopriester tot de lijst met politici. Enkel het vuur komt af en toe
terug, maar met welke regelmaat is nooit duidelijk.
Dat KFDA de voorstelling onder ‘theater/performance/installatie’ klasseerde past wel. Dit is niet puur theater, want een duidelijk verhaal ontbreekt. Wat dit stuk dan wel wil zijn kan je moeilijk achterhalen. Het blijft cryptisch voor wie geen grondige kennis heeft van de geschiedenis en de taal van Haïti en zijn inwoners. Hoe langer de voorstelling duurt, hoe meer je ook actief op zoek gaat naar de link tussen de verschillende fragmenten. Toen er zonder aanleiding een onbegrijpelijk stuk over Google en multimedia kwam, vlak na een uiteenzetting in het Creools, voelde ik me helemaal buitengesloten.
Was het wel de bedoeling om iets duidelijk te maken? Ik keek
naar iets, een betoog, een poging tot een samenvatting van een cultuur, een
sfeer. En hoewel de boodschap zelf me een raadsel bleef: de sfeer komt wel
over. De samenhorigheid van de bende, het roepen op elkaar, dansen, samen
muziek maken of lachen. Dat ligt ook aan het spel met twee talen. In sommige
teksten rijmen Franse woorden op Creoolse. Al begrijp je er weinig van, de
golfbeweging tussen twee talen voelt fijn aan. Het is alsof je per toeval op een
feestje bent beland van een groep waar je niet bij hoort, maar dat toch leuk is
om mee te maken.
Genoten van deze recensie?
Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.
Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.
Steun pzazz