New Joy Eleanor Bauer & Chris Peck
Eleanor Bauer en Chris Peck in Wonderland
‘New Joy’, een muziektheater voorstelling van Eleanor Bauer en Chris Peck, brengt iets dat je kan omschrijven als een blijde boodschap van de nieuwe digitale tijden. Dat is niet onprettig om te zien, al wordt het ook wat langdradig. Maar wat daar vreugdevol is kan het duo nooit duidelijk maken.
Als je naar ‘New Joy’ gaat, doe je er goed aan om eerst eens goed te kijken naar de afbeelding in het programmaboek van Kunstenfestivaldesarts. Kwestie van in de juiste sfeer te komen. Het is een klein meesterwerkje. In zijn vorm, een schilderkunstig drieluik, is het een vette knipoog naar retabels uit de vroege renaissance. Denk: Jan Van Eyck.
Maar als je kijkt naar de beeldtaal, waan je je eerder in een sci-fi fantasy wereld, waarin algoritmes de bouwblokken zijn waarop herkenbare mensen van vandaag verschijnen. Centraal in het beeld vormen combinaties van nullen en eentjes echter een vortex, waarin de mens misschien zal verdwijnen om plaats te maken voor iets anders. Inderdaad zie je boven links al een groepje mutanten, mens-dier wezens, en elders ook een onnatuurlijk fors (vrouwen-) lichaam.
Zo weet je alvast dat je een representatie zal zien van de nieuwe wereld van algoritmes waarin we terecht gekomen zijn. Maar net zoals de Van Eycks een nieuw wereldbeeld, waarin niet langer God, maar de mens centraal stond, nog voorstelden volgens oude patronen, maken Bauer en Peck op deze prent de ‘New Joy’ van een hyper-reële wereld nog bevattelijk met oude beelden en vormen.
Het is een goede introductie tot het openingsbeeld van de voorstelling. Als je de zaal betreedt zie je een podium vol vormeloze spullen in schuimrubber, rommelig over het podium verspreid. Matrassen met drukke prints liggen achteloos dubbelgevouwen tegen de zijkanten van het podium. Achterin hangt een vormeloze ring, als een gesmolten cirkel, aan een touwtje boven het podium.
Je herkent in die spullen vaagweg dingen uit de ‘echte’ wereld in, zoals planten, een televisie of een rots, maar de kleur is verschoten en de vorm in elkaar gezakt. Alsof er een special effects team op losgelaten was. Is dit een wereld die onder onze ogen overgaat naar een nieuwe aggregatiestoestand?
Tussen die troep staan de performers. Ze slaan geen acht op het publiek, maar kletsen onder elkaar, in het Nederlands, Frans, Engels en Duits. Toch zijn hun stemmen versterkt. Het is dus de bedoeling dat je hoort wat ze zeggen, al zeggen ze dan weinig. Zo bevestigt hun gekeuvel dat de spelers zich hier op hun gemak voelen. De amorfe rommel op het podium lijkt hun niet in het minst te hinderen. Of ervaren ze die zelfs als een betekenisvolle, veilige context?
Tot die conclusie kom je inderdaad als het zaallicht dooft en het stuk dan echt van wal steekt. De performers zingen en dansen, wisselen hun kostuums met buitenissige prints of merkwaardige coupes uit en schijnen daar doorgaans veel plezier aan te beleven. Wat ze doen is ook onmiskenbaar prettig om te zien en te horen door het speelse elektronische klanktapijt van Chris Peck. Dit wordt in geen geval een dystopie over de bedreigingen van algoritmes voor de menselijkheid.
Metaforische dood en wederopstanding als thema
Tenminste, zolang je niet luistert naar wat de performers zeggen. Daar valt niet snel een touw aan vast te knopen, alsof een machine de dialogen en teksten automatisch genereerde of verhaspelde. Het gaat ook gewoon te snel om de rare gedachtesprongen te volgen. Wat moet je immers denken van een dialoog als deze. Vrouw: ‘You are early’. Man: ‘I missed the bus’. Lopt de tijd hier dan verkeerd. (In een latere dialoog wordt die glitch wel rechtgezet).
Toch tekent zich op de duur een thema af. Het lijkt te gaan over een metaforische dood en wederopstanding. ‘He’s dead. She. It’ zegt een man over een nog steeds levende vrouw. Alsof onderscheidingen als dood/leven of Man/Vrouw/Object er hier niet meer toe deden. Een andere man zit in een reusachtig, amorf kunstgebit met een gouden tand. ‘My teeth are falling out’ merkt hij op. Dat is normaal, voegen de anderen hem toe. Het is ‘part of the joy’. Woorden als ‘Farewell’ en ‘The testimony of a withdrawn body collapse’ volgen.
Maar dat thema van de dood kan de pret niet drukken. De actie gaat gewoon door met een ‘survey’. We zien hier geen ondergangsdrama, maar een survey van een toestand, van een wereld waarin vaste vormen en gedachten sterven in afwachting van een ‘New Joy’.
De apotheose van ‘New Joy’ maakt het publiek daar deelachtig aan door de spullen op het podium de zaal in te brengen. Zo kan het publiek ze betasten en delen. Je ontdekt dat alle objecten van zwaar schuimrubber gemaakt zijn. Dat is dan wel niet zo erg futuristisch. Het is ouderwets geknutsel. Maar ja, we zijn dan ook nog maar in blijde verwachting van die nieuwe wereld die hier opgeroepen werd, moet je dan maar denken.
Maar wat nu precies zo vreugdevol is aan die nieuwe wereld die Bauer en Pech hier evoceren, Joost mag het weten. Meer dan een bizar ‘new agy’ bevrijdingsmessianisme kon ik uit deze voorstelling niet afleiden. Dat alles wegzinkt in totale vormeloosheid lijkt me nochtans niet echt een aantrekkelijk perspectief.
Genoten van deze recensie?
Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.
Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.
Steun pzazz