Toneel

Kunst Stany Crets, Peter Van den Begin, Jonas van Geel

Een monochroom met veel kleur

Stany Crets, Peter Van den Begin en Jonas van Geel wagen zich aan de eigentijdse klassieker ‘Kunst’ van Yasmina Reza. Dat doen ze op eigen kracht, ver van de gesubsidieerde winkel, in een veilingzaal. Hun keuze voor die locatie op het Antwerpse Zuid is niet toevallig: in het stuk staat de loze kunsthandel ter discussie, in de vorm van een spierwit schilderij. Wil het trio een statement maken in het eeuwige debat tussen klassieke kunst en vernieuwing? 

Kunst
Wouter Hillaert Zaal Platform van veilinghuis Bernaerts, Antwerpen
01 november 2025

In elk geval voelden Crets, Van Geel en Van den Begin de behoefte om zich te verantwoorden voor hun keuze om ‘Kunst’ in eigen beheer te maken. Op de website van veilinghuis Bernaerts geven ze daar drie verklaringen voor, die licht sneren naar de gangbare podiumpraktijk en toegeven dat gewin voor hen geen bijzaak is: “Omdat ze de vrijheid wilden om dit stuk te brengen zonder dat iemand hen vertelde hoe ze dat moesten doen. En omdat ze weigerden om een regisseur te betalen die hen zou uitleggen dat het schilderij ‘een metafoor’ is. Eigenlijk omdat ze zo het meeste zouden verdienen. Ge moet een kat een kat durven noemen.”

Duidelijkheid is inderdaad de grondtoon van deze hele onderneming. Met ‘Kunst’ spelen drie bevriende spelers met bekende namen een stuk over drie vrienden. Dat stuk laat zich vlot samenvatten in één zin: hun jarenlange vriendschap gaat barsten vertonen nadat een van hen 175.000 euro neertelt voor een wit schilderij. Ook het kunstwerk zelf is dus van verregaande eenvoud: een blanco minimalistisch monochroom, simpeler kan het niet. Even minimalistisch is het gekozen decor voor de voorstelling. Op een vierkant verhoogd houten podium heeft het trio genoeg aan een paar stoelen en één kastje: ze klimmen op een zo goed als leeg speelvlak, waarop af en toe ook het schilderij zelf verschijnt. Wie niet meespeelt, gaat af en opzij zitten.

Meesterlijk illustreert Reza hoe een drietal op scène eigenlijk zoveel meer dramatisch potentieel in zich draagt dan een monoloog of zelfs een dialoog.

Op het podium zelf daarentegen vallen de spelers volledig samen met hun personage: Serge die het schilderij kocht (Van den Begin), Marc die die aankoop volkomen belachelijk vindt (Crets) en Yvan die tussen hun twee vuren vooral probeert om er zichzelf niet aan te branden (Van Geel). Hun persoonlijkheden zijn eigenlijk net zo eenkleurig als het schilderij: Serge de onaantastbare bobo, Marc de arrogante monomaan, Yvan het schipperende kneusje. Zo werken komedies nu eenmaal: met direct duidelijke basiscodes waar je dan verder mee kan gaan spelen en variëren. Eigenlijk zou je ‘Kunst’ zelfs een sitcom kunnen noemen, van het hetzelfde genre als de tv-reeks ‘Kiekens’ die Crets en Van den Begin in 2009 samen creëerden, met Van Geel toen als acteur. Het stuk speelt zich af in de huiskamer. Een echte plot is er niet.

Toch zijn er goede redenen waarom ‘Kunst’ van de Franse toneelschrijfster Yasmina Reza sinds de Parijse première in 1994 meerdere prijzen won en intussen al in meer dan dertig talen is opgevoerd. Ook ruim twintig jaar nadat Olympique Dramatique het opvoerde als ‘Drie kleuren wit’ (in 2003), blijft het een heel slim stuk.

Enerzijds past het als gegoten in een lange traditie van conversation pieces met een klassieke dramaturgische boog: wat begint als een vriendelijk onderonsje, eindigt in een hanengevecht met diepe wonden, tot er tussen die scherven toch weer verzoening komt gloren. Meesterlijk illustreert Reza hoe een drietal op scène eigenlijk zoveel meer dramatisch potentieel in zich draagt dan een monoloog of zelfs een dialoog. Voortdurend wisselen de krachtsverhoudingen en het perspectief, schuurt het tussen wat er gezegd en wat er bedoeld wordt. ‘Kunst’ toont het summum van social engineering: hoe mensen elkaar gebruiken en misbruiken tegen elkaar, om hun eigen ego of hachje te redden.

Net daarom zijn deze drie vrienden zo afhankelijk van elkaar: ze winnen pas aan waarde door de ander in zijn waarde te ontkennen, of door hun waarde bevestigd te zien door een derde.

Anderzijds zit er ook iets heel modernistisch in de absolute oppervlakkigheid van het witte schilderij. Serge / Van den Begin benadrukt dat ook de hele tijd: voor hem is het niet wit, bewegen er allerlei lagen onder, is het ook conceptueel sterk. Dat je in zo’n radicaal (leeg) schilderij geen metafoor zou mogen lezen, is natuurlijk onzin. De meest evidente betekenis – het witte niets als symbool voor de opgeblazen lege ballon van de kunstwereld – is wellicht precies de reden waarom Crets, Van den Begin en Van Geel dit stuk hebben gekozen én het opvoeren op de uiterst leesbare plek die het veilingzaaltje van Bernaerts hen biedt, tussen enkele andere schilderijen aan de muur.

Zelf lees ik in het witte schilderij eerder een spiegel: een open en neutraal vlak waar je van alles op kan projecteren, precies omdat het zelf geen betekenis draagt. Het gaat pas iets uitstralen en reflecteren als er extern iets aan toegekend wordt. Precies die dynamiek is ook de essentie van het sociale verkeer in ‘Kunst’: voortdurend kleven de drie mannen elkaar – eerst achter de rug, dan in het gezicht – allerlei loze eigenschappen op, nadat ze die eerst bij nummer drie hebben afgetoetst. Eigenlijk bestaat hun bezigheid op scène bijna louter uit dat ‘afschilderen’ en ‘overschilderen’ van elkaar als ‘arrogant’, ‘humorloos’, ‘zonder ruggengraat’ – precies zoals ze aan het schilderij allerlei betekenissen toekennen die het zelf niet uitstraalt. Ze krijgen dus pas betekenis in relatie.

Net daarom zijn deze drie vrienden zo afhankelijk van elkaar, kunnen ze elkaar toch nooit lossen, ook al neigen ze het hele stuk door naar het tegendeel: ze winnen pas aan waarde door de ander in zijn waarde te ontkennen, of door hun waarde bevestigd te zien door een derde. In de kern zijn Marc, Yvan en Serge juist geen ego’s of komische karikaturen, maar lege hulzen. Onpersoonlijkheden. Blanco canvassen.  

Misschien geldt die betekenisloze openheid ook voor het stuk zelf. Waarom is ‘Kunst’ meteen uitgegroeid tot een moderne klassieker, waar iedereen mee aan de slag wil? Niet zozeer omdat het zo’n uitgesproken karakter heeft, maar veeleer omdat het op een meesterlijke manier karakterloos is. Omdat het absoluut weigert om zelf een punt te maken. Is Reza voor of tegen het witte schilderij en de kunsthandel die erop geilt? Die interpretatie laat ze volledig over aan makers en spelers. Zij krijgen alle ruimte om zelf hun ding te doen met het stuk, precies zoals Marc / Crets dat op het einde zal mogen doen met het schilderij.

Leve gewoon spelplezier, lijkt het statement achter deze creatie.

Wat Crets, Van Geel en Van den Begin mee doen? Zonder regisseur benaderen ze ‘Kunst’ voluit als een spelersstuk, waar het zeker ook toe uitnodigt. Ze hebben er nu eenmaal alle kunde en kwaliteiten voor. Zo vanzelfsprekend vullen ze de lege hulzen van hun personages met elk hun persoonlijkheid dat je je na drie scènes geen andere rolverdeling meer kan voorstellen. Van den Begin speelt zijn rol als kunstbezitter bedaard en zonder veel uithalen, eerder op mimiek dan echt fysiek. Crets daarentegen slooft met sardonisch plezier zijn mouwen op om als alfa-etter Marc vol tekeer te gaan tegen de moderne kunst. Van Geel ten slotte kiest onverholen voor bekkentrekken als de conflictvermijdende en immer gekwetste Yvan, die op trouwen staat. Heel genietbaar is het, om ze zich als spelers zo te zien uitleven.

Wel valt op dat ze niet alleen heel verschillende figuren schilderen, maar ook in heel andere spelregisters. Monochroom of minimalistisch kan je hun spel dus zeker niet noemen. Zelfs niet impressionistisch, tenzij misschien bij Van den Begin. Terwijl Crets voor expressionisme kiest, gaat Van Geel pas echt loos in vet coloriet. Zijn ironie, spaarzaam ingezet bij zijn medespelers, spat bijwijlen alle kanten op. Bij zijn razende solo over het naderende huwelijksfeest levert hem dat terecht een open doekje op. Het is een staaltje drammerigheid op topniveau. Maar als hij aan het eind een klap tegen zijn oor krijgt en opzichtig begint te jankebalken, lijkt het almaar meer om Jonas Van Geel dan om ‘Kunst’ te gaan.

Leve gewoon spelplezier, lijkt het statement achter deze creatie. Geen extra dramaturgische foefjes, geen bewijzerige metaforiek, geen masturbatoir regieconcept, niets méér injecteren dan waar het over gaat. We spelen het stuk gewoon zoals het is geschreven, lijken Crets, Van Geel en Van den Begin te willen zeggen. Alleen is deze moderne klassieker, nog meer dan veel ander repertoire, veeleer een spiegel: er verschijnt wat je erin laat zien, wat je erin investeert. Zeker als je er bewust geen extra kader rond wil spannen als maker (zoals ook het witte schilderij volgens Serge geen inkadering zou verdragen), ben je als speler zelf de gelaagdheid die onder het monochroom besloten ligt.

Precies op dat vlak laat ‘Kunst’ je toch wat op je honger. Crets, Van Geel en Van den Begin doen wel recht aan Reza’s stuk in zoverre dat ze ook zelf geen openlijk standpunt innemen tegenover hedendaagse (podium)kunst – terwijl ze er vlot de vloer mee hadden kunnen aanvegen. Alleen voel je evenmin wat er voor hen als spelers of vrienden op het spel staat. Nooit wordt hun wisselwerking echt kwetsbaar, maken ze van hun stuk een naakte spiegel. Ze spelen hun rol, maar laten die niet over zichzelf gaan. Ze etaleren hun kunde. Ze verdienen hun geld. ‘Kunst’ wordt dan ook wat Reza’s stuk louter aan de oppervlakte is: een goede klassieke komedie. Ze slaat voortdurend raak tussen de personages, maar raakt weinig. 

Genoten van deze recensie?

Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.

Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.

Steun pzazz

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Steunen Login