Toneel

Diamante Mariano Pensotti

De ideale stad als dystopie

Mariano Pensotti is een Argentijnse regisseur die het vaak heeft over de manier waarop de kleine geschiedenis van mensen getekend wordt door grotere verhalen en ficties, die voortkomen uit of gekleurd zijn door een sociale en politieke geschiedenis.

Diamante
Pieter T’Jonck
30 oktober 2018

Mariano Pensotti is een Argentijnse regisseur die het vaak heeft over de manier waarop de kleine geschiedenis van mensen getekend wordt door grotere verhalen en ficties, die voortkomen uit of gekleurd zijn door een sociale en politieke geschiedenis. Op het laatste Kunstenfestivaldesarts bijvoorbeeld presenteerde hij ‘arde-brillante-en-los-bosques-de-la-noche’ (hevig vuur in het nachtelijk bos). Hij voert drie Argentijnse vrouwen op die verbonden blijken met de revolutionnaire ideeën van een Russische communiste. Met films, toneel en marionettenspel evoceert hij de curieuze verbindingen tussen individuele levens en de revoluties van de 20e eeuw.

Dat is dus niet anders in ‘Diamante’, maar toch is het een buitenbeentje in zijn oeuvre, want dit werk is geen voorstelling voor het podium. Je wordt als toeschouwer op een briljante manier in het verhaal gezogen, alsof je er zelf deel van uitmaakte. Dat vraagt wel een beetje uitleg. Het stuk gaat over een stad die in de wildernis in het noorden van Argentinië werd opgericht door de Duitse ondernemer Emil Hügel om het personeel van zijn mijnbouworganisatie te huisvesten. (de gelijkenis met de familie Krupp, die in Essen de monumentale villa Hügel betrok kan je in deze streek moeilijk over het hoofd zien). 

Het plan van de stad heeft de vorm van een briljant, vandaar de naam ‘Diamante’. De gelijkenis met utopische steden die -vaak door Duitsers trouwens- volgens een ‘ideaal’ geometrisch plan in de nieuwe wereld werden opgericht is treffend, met dit verschil dan dat deze stad nooit vertrok vanuit een religieus ideaal, maar vanuit een verlicht ondernemerschap. 

De stad is een staat in de staat: de voertaal is er Duits, al lopen er ook wel wat Spaanstaligen rond. Die populatie geniet ongekende voordelen en comfort in een arme, achtergebleven streek. Daarom wordt een strikte grens gehandhaafd tussen de ‘anderen’ en het stadje. Als de voorstelling begint is de stad net 100 jaar oud. De mensen die we zien zijn onze tijdgenoten: ze hebben smartphones, de interieurs van hun woningen zijn op en top hedendaags, ze luisteren naar muziek van vandaag. 

Ze kampen bovendien met problemen die we in de echte wereld ook kennen: schaalvergroting van bedrijven, genadeloze exploitatie van natuurlijke en menselijke hulpbronnen. Hun ideale gemeenschap wordt daardoor langzaam maar zeker aangetast. Een ‘merger’ tussen ‘Goodwind’, het bedrijf van Hügel, en een Noorse oliemaatschappij blijkt de rechten, en meteen ook de sociale samenhang van de stad aan te tasten. De oorspronkelijke, strikt gereguleerde maatschappij van deze stad (die de bewoners bijvoorbeeld oplegt dat ze een muziekinstrument moeten bespelen)  gaat in de drie ‘bedrijven’ van de voorstelling in rap tempo teloor. De filantropische opzet van het stadje blijkt maar een dun laagje vernis. Zienderogen worden de riante voordelen van de bewoners ondergraven, tot het stadje terugvalt in een Hobbesiaanse strijd van allen tegen allen . 

Je mag gerust vermoeden dat de regisseur geen al te hoge pet opheeft van bedrijven die op het eerste gezicht houden van hun werknemers. Het ongemeen boeiende van deze voorstelling is echter dat Pensotti daar geen rekwisitoor van maakt dat de slechterikken aanwijst -en van de weeromstuit van de slachtoffers heiligen maakt-, maar laat zien hoe iedereen op zijn manier mee dit verhaal, deze gang van zaken mogelijk maakt en ondersteunt door de verhalen die ze er zichzelf over vertellen. 

Geniaal is echter vooral hoe hij dat doet. Hij reconstrueerde een hele wijk van dat fictieve stadje namelijk in de Kraftwerk Halle van de voormalige staalgieterij van Duisburg. Dat maakt de Ruhr Triennale trouwens altijd zo’n belevenis: je hebt kolossale plekken als dit Kraftwerk nodig voor zo’n waanzinnige ideeën. Als publiek loop je drie bedrijven van telkens zo’n anderhalf uur rond in deze stad. Aan elk huis kan je stilhouden om in een kort tafereel van ca; 8 minuten het wedervaren van de bewoners van dichtbij te volgen. In het eerste bedrijf is dat even wennen. Je kijkt telkens door een ‘vierde wand binnen in het interieur,  maar terwijl je zo kennis maakt met een kleine dertig bewoners van de stad krijg je via projecties op een mat stuk glas boven die opening ook commentaar te lezen. Die commentaar is op zijn minst ironisch: ze geeft de achtergronden en intieme gedachten van de bewoners weer vanuit het standpunt van een alwetende verteller. Het soort procedé waar de moderne roman al een kleine eeuw (zolang als ‘Diamante bestaat dus) banbliksems over uitgesproken heeft, omdat het nu eenmaal onmogelijk is om zo’n alwetend standpunt in te nemen. Wie kan beweren dat hij alles begrijpt wat er in het hoofd van mensen omgaat? 

Pensotti maakt het trouwens nog veel bonter, want hij hangt daar geregeld een moraal aan vast. Het meest opvallend is dat in het laatste bedrijf dat telkens eindigt met de zin ‘Fiktionen überdauern stâdte/das leben/familien/ideologieën etcetera…’ om te benadrukken dat de bewoners van dit stadje op één of andere manier altijd weer het ongerijmde van hun situatie recht praten en een zin geven, ook al is de enige ‘zin’ van het totale gebeuren niets meer of minder dan de blinde drift van het bedrijf in zichzelf in stand te houden. 

Helemaal hilarisch zijn de aforismen waarmee deze commentaar doorspekt is. Neem nu deze ‘De grote vondst van de rechtse politiek is dat het de arme ervan overtuigt om tegen zijn belangen te stemmen. De grote vondst van het politiek theater daarentegen is dat het de arme opvoert als iemand die links stemt’.  Of ook : ‘je moet heel vaak dader zijn om te vergeten dat je slachtoffer bent’. Of deze: ‘De dood als een wedergeboorte is een gedachte van alle tijden maar kende zijn grootste bloei bij de Egyptenaren. Tot de geboorte van de sociale netwerken tenminste. Die doen het nog beter’. En dat tijdens een buurtfeestje in vermomming met ‘Egypte’ als thema. 

Maar dat leidt niet af van het feit dat al de bevoorrechte bewoners van deze stad lijden onder hun bestaan. Ze zijn voortdurend bevreesd voor de buitenwereld. Maar ze zijn ook voortdurend gebiologeerd door hun  positie binnen deze kleine samenleving waar hun handel en wandel voortdurend te kijk staat, op genadeloze wijze. En ze weten niet hoe ze moeten omgaan met misbruik, passie, lust, verlangen -dingen die in de fictie van de ideale stad geen plaats hebben. Wat dat doet met mensen is tragisch en lachwekkend tegelijk. 

Een van de rode draden is de manier waarop jongeren omgaan met de ineenstorting van de microcosmos waartoe ze veroordeeld zijn. Eerst vertrouwen ze nog op hun ouders. Maar al in het tweede bedrijf verzinnen ze een eigen wereld binnen deze wereld met rituelen waarin hallucinogene paddenstoelen een grote rol spelen. Zo komen ze uit bij een nieuwe religie gebaseerd op de oersituatie van dit gebied voor ‘Diamante’ gesticht werd. Ze willen terug naar het ‘heilige moeras’ van ooit. De ontdekking van massagraven van autochtone werklui die de stad bouwden is koren op hun molen. Maar concrete analyses verbinden ze daar niet aan. Ze vluchten liever in een idealisering van deze ‘oersamenleving’. 

Een andere rode draad is de verkiezing van een gouverneur voor de streek, een proces dat het bedrijf probeert te sturen met de goorste manipulatietechnieken. Hier komen de kleine, zwakke kanten van de mens genadeloos aan het licht. Helemaal onthutsend is het einde van het verhaal. Goodwind gaat failliet zodat de stad plots geen bestaansrecht, noch overlevingskansen blijkt te hebben. Maar een paar slimme managers van lokale komaf weten daar wel raad mee: ze maken de hele stad tot een themapark, waarin alle Duitse bewoners een rol kunnen spelen die exact overeen stemt met de rol die ze in het ‘echte ‘ stadje speelden. De geschiedenis keert hier weer als klucht, terwijl de tragedie niet eens verteerd is, met als enige rechtvaardiging dat het geld zo blijft rollen. 

Als kijker sta je erbij en je kijkt ernaar. En je denkt: is dat het leven dat we leiden? Misschien wel, want de inwoners van de stad Wuzhen in China onderging precies dat lot. Pensotti mag dan al erfgenaam lijken van een typisch Zuid-Amerikaans surrealisme, de wereld die hij schetst is reëler en dichter bij dan het lijkt. 

Genoten van deze recensie?

Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.

Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.

Steun pzazz

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Steunen Login