Booreiland Lotte Nijsten en Gillis Van der Wee
De verdwijnende klanken van de Noordzee
De beginnende Brusselse documentaire- en audiomakers Lotte Nijsten en Gillis Van der Wee wonnen in 2021 de wildcard van het Nieuwstedelijk. Daar kwam ‘Booreiland’, hun eerste theaterperformance, uit voort. In een zorgvuldig opgebouwd klanklandschap confronteren ze de stemmen van maritieme biologen en medewerkers uit de olie- en gasindustrie met elkaar en met de klank van de Noordzee zelf. De voorstelling is een tijdsdocument dat stemmen bewaart van en over een verdwijnend landschap, maar benadrukt tegelijk dat niet wij, maar de zee het laatste woord zal hebben.
Op het podium prijken drie vierkante blokken opgebouwd uit stalen draadrasters, met daarachter tafels met laptops, mengpanelen en ander audiomateriaal. Centraal trekken enkele keien en een hoopje zand waar een microfoon in steekt de aandacht. Links ervan staan een bokaal en kom water, rechts een rek met roestig zeevaardersgerei die bengelen aan koorden. Een wit ovalen doek, een ontwerp van scenografe Fleur Roggeman, hangt boven het podium. Mensen zijn er nog niet aanwezig. De titel suggereert dat hier de zee, het strand, de industrie en boorplatformen opgeroepen worden. Het witte ovalen doek doet denken aan één of ander dier uit de zee. Een kwal?
Dan komen Lotte Nijsten, Gillis Van der Wee en Thomas Van Walle op. De mannen nemen plaats aan de tafels achter twee van de blokken, Nijsten gaat zitten naast het hoopje zand en woelt er zacht met haar hand door. De microfoon pikt het geluid dat ze maakt op. Samen met de soundscape die Van der Wee en Van Walle maken ontstaat zo een klankbeeld dat doet denken aan inslaande golven. In de haast volledig verduisterde ruimte heeft dat een meditatief effect. Ik sluit mijn ogen en laat me meevoeren door de artificiële golven.
Ook Nijsten neemt dan plaats aan een laptop op de derde tafel. Op het ovalen doek verschijnt het icoon van een documentenmap met de titel ‘Booreiland’. Stilzwijgend en onbewogen klikt Nijsten duidelijk hoorbaar de map open en toont het uitgebreide en diverse bronmateriaal van deze voorstelling. Maanden aan onderzoek gingen er aan vooraf, o.a. op een onderzoeksschip. Het duo kreeg deuren open die doorgaans gesloten blijven. Nijsten mocht na lang aandringen zelfs opnames maken op een boorplatform.
Aan de hand van een weldoordachte compositie van diverse audiofragmenten, video’s, foto’s, maar ook soundscapes en live bruitage of foley (de term voor klankimitaties in de filmwereld), komen we veel aan de weet over de impact van de olie- en gasplatformen in de Noordzee. Vroeger kende die zee een rijk ecosysteem met een grote biodiversiteit, zoals o.a. de vele mossel- en oesterriffen. Tegenwoordig is de zeebodem door al het menselijk ingrijpen een kale woestenij. Beelden van een onderwatercamera tonen het desolate zandlandschap dat rest. Desondanks blijft men naarstig zoeken naar nieuwe boorplekken om de ondertussen schaarse grondstoffen te ontginnen. Door Poetin met zijn oorlog in Oekraïne zelfs meer dan ooit, zo vertelt een medewerker van een van de platformen naar het einde.
Drie ‘actoren’ met elk een eigen perspectief komen in Booreiland aan het woord: een team mariene biologen dat vruchteloos speurt naar nieuwe of bestaande riffen, werknemers uit de olie- en gasindustrie en het onzichtbare geluidslandschap van de Noordzee zelf. Nijsten en Van der Wee presenteren de stemmen in een vorm die je het best kan vergelijken met een essay. Hun opzet doet denken aan wat de Vlaamse filosoof Bart Verschaffel omschrijft als essayistisch denken, of een ‘heterogene, ordeloze verzameling van tekstsnippers en herinneringen die figuren vormen’. Hun werkwijze vertoont zo verwantschap met het werk van Silke Huysmans en Hannes Dereere. Ze worden zelfs geregeld samen geprogrammeerd, als double bill, omdat zowel ‘Booreiland’ als ‘Out of the blue’ over de zee handelen.
In de getuigenissen van de biologen komt de zee naar voren als een haast menselijk wezen dat lijdt
Opvallend in deze voorstelling is hoe verschillend de menselijke actoren spreken over hun niet-menselijke gesprekpartner. In de getuigenissen van de biologen komt de zee naar voren als een haast menselijk wezen dat lijdt en waar ze verdriet voor voelen. Ze benadrukken dat we het eigen leven van de zee moeten respecteren door niet parasitaire vormen van co-existentie. Ze denken daarom ook zorgvuldig na over de impact van hun onderzoekswerk. Dat staat in schril contrast met de werknemers uit de olie- en gasindustrie. Zij hanteren een managementjargon waarin profijt centraal staat. Ze verdinglijken de zee tot een resource, een gebied waar grondstoffen ontgonnen worden om geld op te brengen.
Zelfs een meer kritische medewerker voert een discours dat steunt op exploitatie. Hij heeft wel oog voor de nefaste impact van de boorplatformen maar benadrukt vooral dat ze niet meer rendabel zijn. Ten bewijze daarvan haalt hij er kosten-baten analyses en excell-sheets bij. Toch benadrukken beide partijen, de wetenschappers en de industriële partij, hoe afhankelijk we zijn van deze zee, al is dat uiteraard om erg verschillende redenen. Telkens blijkt wel dat de mens zichzelf steeds meer buiten de natuur plaatst, hoe afhankelijk hij er ook van is.
De Noordzee zelf spreekt middels wonderbaarlijke soundscapes van Van der Wee en Van Walle, die vertrekken van field recordings in gebieden van de Noordzee rond België, Schotland en Noorwegen. De stem van Noordzee is raadselachtig en het kost moeite de betekenis ervan te ontrafelen. Toch laat ze indrukken achter, van haar diepte en omvang, maar ook, en vooral, van het lijden en de leegte van haar landschap. Deze prachtige soundscapes zijn zondermeer het hoogtepunt van deze voorstelling. Sterk is hoe Nijsten en Van der Wee er in hun compositie voor kiezen de zee veel ruimte geven tussen de audiogetuigenissen van de biologen en de gas- en olieontginners. De soundscapes zijn niet zomaar rekwisieten om sfeer te scheppen. Ze treden naar voren als volwaardige performers.
Tegelijk laten deze prachtige soundscapes de ruimte om de woorden van de menselijke actoren te laten binnenkomen en er al tijdens de voorstelling over te reflecteren. Dat is ook nodig want Nijsten en Van der Wee laten hun gesprekspartners gewoon aan het woord. Ze vellen geen oordeel, roepen niet door een megafoon wat de boodschap is. Hun ‘neutrale’ werkwijze die ons feiten en andermans meningen voorlegt, dwingt ons zo in een rol die sterk doet denken aan wat de Franse filosoof Jacques Rancière omschrijft als de geëmancipeerd toeschouwer. We moeten zelf nadenken en onze eigen conclusies trekken. Of zoals de medewerkers uit de olie- en gasindustrie zouden zeggen, we moeten zelf de rekening maken.
Toch voegen de makers eigen reflecties toe aan hun bronmateriaal. Nijsten plaatst geregeld notities op het scherm. Het zijn geen commentaren op de andere stemmen, maar meta-gedachten. Zo vraagt Nijsten zich ergens halverwege de voorstelling af welke geluiden ze willen bewaren. Verwordt de voorstelling zo tot een herinnering van een verdwijnend of reeds verdwenen landschap? Het zou zo maar eens kunnen. Die kleine, filosofische gedachte kwam ik nog niet vaak tegen in werk over de menselijke impact op het klimaat. Het plaatst wel net dit soort werk in een nieuw perspectief. Moeten we het stilaan, net als de populaire natuurdocumentaires van o.a. David Attenborough, gaan zien als aandenkens, archiefstukken van een wereld die verdwijnt? Het is een beangstigende maar tegelijk zeer reële en ook uitdagende gedachteoefening.
Booreiland is vooral auditief een boeiend essay dat reflecteert op onze relatie met en impact op de Noordzee. De wat klassieke podiumopstelling die gangbaar is bij dit soort documentair theater werkt, maar zorgt ook voor een zekere afstand tussen de toeschouwer en het materiaal, en dan vooral de soundscapes. Een meer immersieve benadering had deze mogelijk meer in de verf kunnen zetten. Hoe dan ook werpt de voorstelling op een haast opvallend onopvallende manier vragen op over onze verhouding met de Noordzee via de schijnbaar terloopse notities. Hoe te luisteren naar een zee die lijkt uit te roepen dat het verkeerd gaat? Hoe zorg te dragen voor een zee die zelf niet kan spreken?
Een sprankel hoop drijft zo boven
Deze vragen, alsook de centrale rol van audio via field recordings maken dat Booreiland behalve als theaterstuk ook begrepen kan worden als een (vorm van) soundscape ecology. Zo vertoont de voorstelling wel wat gelijkenissen met het werk van componisten als Chris Watson en Bernie Krause die met hun animal ambient de akoestiek van dierlijke ecosystemen in de natuur verkennen en vastleggen hoe menselijke activiteiten de dierenorkesten stilaan het zwijgen opleggen. En net als bij Nijsten en Van der Wee, hopen ook zij met hun field recordings de balans tussen de mens en zijn sonische omgeving te herstellen.
Op het einde hinten Nijsten en Van der Wee dan ook naar de mogelijkheid – of noodzaak? – tot herstel. De verlaten fundamenten van boorplatformen, zo vertelt de meer kritische medewerker uit de olie- en gasindustrie, bieden een uitstekende kans op nieuw leven en vormen ideale plekken broedplekken voor het leven in de Noordzee. Een sprankel hoop drijft zo boven. Maar, benadrukken de wetenschappers meteen na die hoopvolle boodschap, dat vraagt een vergaande omslag in onze omgang met de zee, en er zal veel tijd overheen gaan. Tijd die we misschien niet meer hebben. Wat ons dan te doen staat vernemen we echter niet. De zee krijgt het laatste woord in een soundscape met geluiden die Nijsten opwekt door met haar hand water vanuit de bokaal naar beneden te laten druppelen. Wat ze zegt, blijft een mysterie. En toch, ik kan er alleen maar uit verstaan dat niet wij, maar zij het laatste woord zal hebben.
Genoten van deze recensie?
Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.
Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.
Steun pzazz