Une Cérémonie Raoul Collectif
Anarchie contra depressie
Het ‘Raoul Collectif’ telt vijf leden, en kent een erg karige output. ‘Une Cérémonie’ is slechts hun derde voorstelling sinds 2009. Toch wordt reikhalzend uitgekeken naar elk nieuw werk van dit ensemble, want het is telkens weer een toneelfeest vol grappen, muziek en literaire citaten, met een heerlijke saus van absurditeit en poëzie. Ook in ‘Une cérémonie’.

Het publiek zit in ‘Une cérémonie’ rond het podium. Boven het speelvlak vliegt er een pterodactylus, een voorhistorisch monster, als een dreigende nachtmerrie. Het speelvlak zelf staat vol groene plasticstoelen. In de achtergrond zie je een glimp van een acteursloge en een primitieve bar. Overal staan er instrumenten: twee piano’s, een contrabas, een drumstel en drie koperinstrumenten.
David Murgia waarschuwt het publiek meteen dat het hier wel over een ceremonie gaat, maar dat de spelers ook niet weten welke ceremonie dat dan zou zijn. Ook voor hen is alles onduidelijk. Ze weten net zo min als het publiek wat er te gebeuren staat.
Er volgen alvast lange speeches. Een ervan plukt citaten uit de monoloog ‘To be or not to be’ in ‘Hamlet’ van Shakespeare. De centrale gedachte is de vraag of het de moeite loont om dit ellendige leven te leiden. Waarom geen zelfmoord plegen: het verlost ons uit het lijden. Enkel lafheid weerhoudt ons daarvan.
Tegenover die mistroostige gedachte, die hier als een bittere grap klinkt, staat een ander citaat uit Hamlet: ‘If it be now, ‘tis not to come. If it be not to come, it will be now. If it be not now, yet it will come’. Shakespeare zegt hier dat de dood onontkoombaar is. Dat is meteen een onderliggende gedachte van dit spektakel.
Daar er niets vastligt in deze ceremonie, en er alleen maar twijfel overblijft, grijpen de spelers geregeld naar een toast. Ieder draagt dan zijn steentje bij, maar al deze formules, bezegeld door een drank, blijven vaag en vormen onderling geen verband.
Later krijg je ook een aria uit Jacques Brels ‘Don Quichotte’ – de wat gekke dromer die de wereld zal veroveren. En in het laatste deel verzeilen we bij de tragedie van ‘Antigone’. Dat sluit aan bij een eerder geformuleerde gedachte dat we het leven niet moeten ondergaan, maar dat we moeten in opstand komen.
Antigone, gespeeld door gastactrice Anne-Marie Loop, verzet zich krachtig tegen de bevelen van Kreoon. Het collectief brengt deze tragedie echter op een luchtige toon, zonder dat ze haar relevantie verliest. Ernst en luim smelten hier wonderlijk samen.
Het lijkt alsof theater de ellende van de wereld kan overwinnen
De voorstelling draait echter niet alleen om die teksten en stukken. Ze heeft een collagestructuur. Telkens komt een nader lid van het ensemble centraal te staan. Zo geeft een slungelachtige Jean-Baptiste Szézot een wilde, acrobatische dans ten beste, terwijl anderen Dizzie Gillespies ‘Night in Tunisia’ spelen. Later hoor je ook het intiemere ‘Flowerette’ van Duke Ellington en word je vergast op een virtuoze drumsolo van Jérome de Falloise. Hier zijn all-round acteurs aan het werk.
De collage bevat ook surrealistische elementen. Plots verschijnt er een uil – een prachtig folklore-achtig kostuum. Die vogel sluit de voorstelling ook af, maar waarom dat zo is blijft in het midden. Het is een heerlijk mysterieus, surrealistisch moment. Ook de mythologie wordt vrolijk geciteerd. De tragedie van Antigone wordt afgebroken, vooraleer ze ter dood veroordeeld wordt. Plots verschijnt er een Kentaur. Het mythische dier gaat wild tekeer, gooit met alle stoelen, komt het publiek lastigvallen, en transformeert onverwacht in een stierenvechter. Op de verbeelding van het Collectief staat geen rem.
Ondanks de veelheid van uiteenlopende gedachten, heeft het Collectief een stevige greep op de algemene opbouw van de voorstelling. In het begin tuimelen de teksten en citaten aan hoog tempo door de zaal. De spelers roepen een verbrokkelde wereld op. De monologen krijgen een visuele ondersteuning omdat elke spreker op een stoel gaat staan. Ieder vraagt om aandacht in deze chaos.
Maar na een lange opgewonden episode, valt alles stil. Iedereen zit zonder te bewegen. Alle energie is weg – een dood punt. Het lijkt wel minuten stilte – of is het een minutenlang het moment van een anti-theater. Daarna gaat de voorstelling verder met langere episodes. De muzikale nummers en de Griekse tragedie leveren een rustigere vertelling op.
Alles wordt dan afgerond met een rood theaterdoek dat naar beneden komt. De spelers geven dan een concert op allerlei kleine voorwerpen. De uil komt nog eens langs. Daarna volgt een grote kuis. Het speelvlak ligt er weer netjes bij als de lichten doven. Dat alles getuigt van een subtiele kennis van de rol van tijd, vorm en structuur. Quasi ongemerkt stoelt deze voorstelling daarop.
Het resultaat is een rijke collage, vol verwijzingen naar een pessimistisch levensgevoel. De tijden zijn slecht, zo klinkt het. Maar deze onderliggende thematiek zit zo sterk verpakt in een levenslustige voorstelling, dat het wel lijkt of het theater de ellende van de wereld kan overwinnen, wellicht door een vrolijk pessimisme dat zich niet al te ernstig neemt. Zeg maar: een vorm van Belgische humor. Moeten we niet allemaal een anarchistisch collectief worden?
Genoten van deze recensie?
Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.
Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.
Steun pzazz