Hamlet - dans les plis du temps Christiane Jatahy
Als Hamlet een vrouw was geweest
De Braziliaanse regisseur Christiane Jatahy maakte haar persoonlijke versie van ‘Hamlet’, het beroemdste stuk van Shakespeare. Haar ‘Hamlet – dans les plis du temps’ verplaatst de actie naar het heden. Een vrouw vertolkt de rol van Hamlet. Die geslachtswissel verdiept volgens Jatahy het thema. Daar twijfel ik wat aan, maar het levert wel een interessante vertolking op van Clotilde Hesme.

Bij het begin van deze ‘Hamlet’ hangt een gaasdoek voor het toneel. Zo kan Jatahy, net als in haar eerdere stukken, videobeelden van Julio Parente vermengen met de live actie. Dat levert een spetterende scène op. Op het scherm viert een massa volk een huwelijk. Ze dansen en drinken. Achter het doek zit Hamlet op een bank. Haar moeder is de opgewekte bruid van Claudius, de nieuwe koning. Hij speecht over het gevaar van de Noorse oorlogszuchtige prins Fortinbras. De hoveling Polonius komt over zijn zoon praten. Zo vermengt Jatahy al in de eerste scène feit en fictie. Het gaasdoek bewijst ook zijn dienst om de geest van Hamlets vader op te roepen als een indrukwekkende aanwezigheid.
Als het feestgedruis weggeëbd is ontdekken we de ruimte waarin het verdere stuk zich zal afspelen: Thomas Walgrave gaf die vorm als een luxueuze hedendaagse leefruimte met grote ramen die uitkijken op een tuin, maar later ook zullen dienen als videoschermen. Hamlet zit op een bank midden in de ruimte. In een zwart pak, waardoor niet duidelijk blijkt of we een man of een vrouw zien. De vertolking van Clotilde Hesme zal dat later evenmin uitklaren.
Hoe dan ook vertelt Jatahy het bekende verhaal van Shakespeare. Wie het origineel goed kent, is op vinkenslag om te zien hoe Jatahy scenes inkort of van plaats verandert. Je merkt dat sommige personages minder aandacht krijgen. Laertes is gewoon geschrapt. Ophelia, het tragische lief van Hamlet, is nauwelijks aanwezig, al is dat niet omdat haar geliefde prins hier een vrouw is. De twee onderhouden in dit stuk immers een amoureuze correspondentie. Dat is voor een toeschouwer wat verwarrend. Is Hamlet nu prins of prinses, of is dit een lesbische verhouding? Dat blijft onduidelijk en verdiept het verhaal niet.
De beroemde scène waarin een groep toneelspelers op bezoek is in Elsinore zette Jatahy wel ingenieus naar haar hand. Ze laat zowel de toneelspelers als de hovelingen meespelen met een gezelsschapsspel. Daardoor zorgen niet alleen de toneelspelers voor de opvoering die Claudius uit zijn evenwicht moet brengen. In dit spel moet Claudius zelf de rol van ‘koning’ opnemen. Als hij de valstrik doorziet volgt een psychologisch heel juiste boze reactie. Jatahy verlegt de aandacht vervolgens naar de relatie tussen Hamlet en haar moeder. De scène waarin ze verneemt dat haar nieuwe echtgenoot haar vorige vermoordde krijgt zeer veel nadruk, met herhalingen in de tekst. Polonius tracht tussen te komen bij de confrontatie tussen moeder en dochter, maar Hamlet steekt hem dood. Daaruit vloeit later nog een confrontatie tussen Hamlet en Claudius voort. Jatahy wijzigt de plot hier drastisch. De hele episode over Hamlets verbanning naar Engeland en zijn terugkeer wordt drastisch ingekort.
De waanzinscène van Ophelia als ze de dood van haar vader verneemt is een staaltje meta-theater. De vrouw als slachtoffer past niet in het boekje van het feminisme. Het is interessant om bij de opbouw van deze scène te blijven stilstaan, want het levert ons een sleutel tot de verbeelding van Jatahy. We zien Ophelia bloemschikken. Dat motief komt ook bij Shakespeare voor. Bij wie zijn ‘Hamlet’ kent, gaan er dan belletjes rinkelen. Voor andere toeschouwers blijft dat bloemschikken echter een raadsel. Ophelia confronteert dan Hamlet – in een monoloog die Jatahy speciaal schreef. Plots wordt Ophelia de actrice Isabel Abreu. Ze wil niet verder spelen en loopt kordaat de zaal uit.
Het einde van het stuk, vol complotten, duels en verraad valt moeilijk te rijmen met het burgerlijke salon waar de actie zich afspeelt.
Het einde van het stuk, vol complotten, duels en verraad valt moeilijk te rijmen met het burgerlijke salon waar de actie zich afspeelt. Jatahy laat daarom alle spelers behalve Hamlet het podium verlaten. Clotilde Hesme doet dan het relaas van de gebeurtenissen. Jatahy voegde daar een paar regels uit ‘Orlando’ van Virginia Woolf, dat fascinerende boek over genderfluïditeit, aan toe. Daarna verwijst Hamlet naar Horatio, een personage dat tot dan toe geschrapt leek. Zo kan deze voorstelling toch eindigen op de beroemde woorden: 'De rest is zwijgen'.
Bij bewerkingen van Shakespeare is het altijd de vraag wat de meerwaarde ervan is. Ontdekt de toeschouwer werkelijk een nieuwe betekenis? Ik heb het daar moeilijk mee, zeker als ik de commentaar van Jatahy lees. Ze heeft het over de nood om het patriarchaat aan te vallen. ‘Van bij de aanvang (van het project) wilde ik dat er een vrouw aan het woord was, een vrouw die vroeger als man leefde.’ Ik vind dat een vreemde gedachte. Het drong tijdens de voorstelling niet tot me door dat deze vrouw al een leven als man had. Even verbijsterend is haar interpretatie van de verhouding tussen Ophelia en Hamlet. Bij Shakespeare mishandelt Hamlet Ophelia, zonder vergiffenis te vragen. ‘In mijn bewerking’, zegt Jatahy, ‘vraagt Hamlet vergiffenis voor de man die zij vroeger was, want nu is ze niet langer hetzelfde personage.’ Jatahy doet er nog een schepje psychoanalyse à la Jacques Lacan bovenop maar haar beroep op die autoriteit verheldert weinig.
Het ergste is dat ik van deze bespiegelingen op het toneel niets zag. Ik zag wel uitstekende acteurs en actrices gezien. Hamlet, zo zegt men steeds, is een melancholisch personage, maar bij Jatahy is Clotilde Hesme als Hamlet voortdurend kwaad en daadkrachtig. Ze danst uitzinnig na de moord op Polonius. Gertrude, de moeder, is in de vertolking van Servane Ducorps een opgewekte vrouw tot ze verneemt hoezeer ze zich vergiste in haar nieuwe echtgenoot. Matthieu Sampeur geeft een interessante invulling aan Claudius: hij is een sympathieke, levenslustige koning tot hij als moordenaar ontmaskerd wordt. Jahaty, zo blijkt nogmaals, is een inspirerende acteursregisseur.
Over haar tekstbewerking nog dit. De bekendste zin uit Hamlet is ‘To be or not to be’. Jatahy laat haar Hamlet die zelfs twee keer zeggen. De woorden van Shakespeare blijven intact, maar daar wringt het schoentje. De zin verliest zijn betekenis als we het verhaal in het heden situeren. Ze gaat er immers over dat zelfmoord alle problemen zou oplossen, mochten we de moed hebben tot die daad over te gaan. Bij Shakespeare speelt de vrees voor de hel na zelfmoord, want in de Christelijke verbeelding is dat een doodzonde. Vandaag is die opvatting verouderd. Waarom wordt de tekst op dat punt dan niet radicaal aangepakt? In België, waar euthanasie breed aanvaard is, zouden er dus veel ‘moedige’ mensen rondlopen. Hun moed schuilt echter alleen in het feit dat de Belg zich in grote mate ontworsteld heeft aan een oude visie op leven en dood. Als een bewerking rekening zou houden met die nieuwe, gezondere mentaliteit zou ze wel hout snijden. Dat is minstens zo belangrijk als de strijd tegen het patriarchaat. Sterker nog: je kan de realiteit van euthanasie zien als een overwinning op dat patriarchaat. Dat bij Jatahy het letterlijke citaat overeind is gebleven, is dus een gemiste kans.
Daar staat tegenover dat Jatahy over een grote zin voor vorm beschikt. Dat blijkt uit de opbouw van de voorstelling. Ze begint op een barokke manier met een overrompelende mengeling van disciplines. Daarna modelleert Jatahy deze ‘Hamlet’ naar het voorbeeld van een burgerlijk drama. De curve eindigt bij een zwart, leeg toneel met één actrice. Het is een zuivere ontwikkeling van veelheid naar soberheid. Boeiend als bewerking, modieus in bepaalde keuzes, gediend door een virtuoze vertolking van Clotilde Hesme, een Hamlet tussen man en vrouw, laat deze versie van Hamlet zien welk een belangrijk talent Christiane Jatahy is.
Genoten van deze recensie?
Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.
Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.
Steun pzazz