Performance

Junebug Anna Verkouteren-Jansen

Televisie als bad Karma

Vorig jaar maakte Anna Verkouteren Jansen een diepe indruk op het Kiemfestival van de Grote Post in Oostende met ‘Radio Suēno’, een vernuftige, immersieve installatie voor één persoon. Het thema: hoe we hopeloos verloren lopen in onze gedachten, zonder hoop op verlossing. ‘Junebug’, dit jaar te zien op Kiem, is daarop een vervolg. De kern is een tragisch verhaal over een meisje dat niets meer te maken wil hebben met de echte wereld. De dood hangt als een slagschaduw over haar verhaal.         

Uitgelicht door Pieter T’Jonck
Junebug
Pieter T’Jonck De Grote Post, Oostende, in het kader van het Kiemfestival
07 oktober 2025

Een diepe Amerikaanse mannenstem, half aanstellerig-vlot zoals alleen Amerikaanse showmasters kunnen klinken, half begerig op het slijmerige af, opent de voorstelling. Hij is te gast bij Petra, een vrouw die zo’n belangwekkende gedachten formuleerde – dat is toch de suggestie - over het onderscheid tussen ‘mind’ en ‘reality’ dat de man er een TV show aan wil wijden. Toch klinkt Petra aanvankelijk warrig, alsof ze uit een roes ontwaakte of diep in gedachten verzonken was. Haar uitgesproken Franse accent – ergens tussen Marguerite Duras en Julia Kristeva in - doet denken dat ze behoort tot de generatie Franse denkers die de Amerikaanse culture studies zo sterk beïnvloedden .

Beeld is er echter niet, enkel ondertitels, opgeblazen tot de volle breedte en hoogte van de ouderwetse beeldbuis TV eens de white noise verdwenen is. Daardoor kan je alleen vermoeden dat de man al te opdringerig is. Hij krijgt echter lik op stuk van Petra als die orakelt dat er naast het onderscheid tussen de fysieke wereld en de innerlijke wereld van gedachten en gevoelens ook een ‘derde’ zone is waar fundamentele angsten en waarheden ongemerkt hun invloed uitoefenen. Als ze de interviewer die zone in manipuleert rest er weinig van zijn brallerige branie. Zijn diepste angsten en schaamte doemen op en doen hem een toontje lager zingen. Hij wil liefst vluchten.

Op dat ogenblik schuiven de gordijnen open -enkel om een tweede stel gordijnen te onthullen – en komen ze tegelijk vooruit: de TV wordt plots een object in een rare poppenkast (een ontwerp van Elsemarijn Bruys). Op de achtergrond flitst rood licht en spuit een rookmachine dikke wolken. Een tweede verhaal, dat op het eerste gezicht los staat van het eerste, begint nu. Het gaat over een Amerikaans meisje, June, dat op een dag besloot niets anders meer te doen dan naar TV-series te kijken. Je hoort het eerst van haar moeder, een vrouw met een uitgesproken Southern drawl, zo’n tongval dik als stroop. Eerst hokte ze nog samen met ene Alison, vertelt die, maar die verdween uit haar leven na een sterfgeval.

De precieze aard van die relatie blijft ook figuurlijk in mist gehuld. June blijkt – op zijn minst – lichtjes gestoord. Als haar TV stuk is raakt ze zodanig in paniek dat ze naar een motel vlucht om niet zonder beeld te zitten. Maar ook daar gaat de TV stuk, waarop een fikse rel met de receptioniste volgt. Die beweert zomaar dat June een slechte karma heeft en nooit meer weer zal keren na haar dood. June belt daarop in paniek met haar moeder die haar bezweert dat alles altijd terugkeert, en dat ze maar met Mystic Tina – een TV-genezer/goeroe – moet bellen als ze meer wil weten.

Het gaat over de white noise in het hoofd van June, iets dat geen duidelijke contouren aanneemt maar moet verdreven worden.

Ook dit deel van de voorstelling vraagt nogal wat verbeeldingskracht van de toeschouwer, want ondanks alle rook en lichtflitsen is het enige beeld dat achter de tweede set gordijntjes verschijnt een kale, karakterloze ruimte, een sjofele hotellobby, waar Anna Verkouteren staat of zit met de TV aan haar zijde. Maar die produceert ook nu nog steeds geen beeld, enkel white noise.

Net dat maakt echter de kracht uit van de voorstelling. Het gaat over de white noise in het hoofd van June, iets dat geen duidelijke contouren aanneemt maar moet verdreven worden. De kat komt op de koord als ze belt met Mystic Tina. Een bedriegster eerste klas in de categorie televisiepredikanten en -waarzeggers. Maar zelfs die Tina kan niet anders dan doorvragen, want ze wil haar merchandise slijten. Zo komt aan het licht dat June lijdt onder het trauma van een verdwenen (gestorven) vader die niets achterliet dan een stinkend T-shirt. Plots ligt er ook zo’n T-shirt aan de rand van de ‘kamer’. Verkouteren vlecht heel suggestief de hit ‘Remember me’ van Blue Boy (over meisjes die een indruk willen nalaten) door dat verhaal. Later volgt ‘Hide and seek’, een meer experimenteel  nummer van Imogen Heap over een pijnlijk afscheid.

Het ‘raadsel’ van June lijkt daarmee opgelost, maar niets is minder waar. Waarom ze zo verslaafd is aan TV-series dat ze haast een moord zou begaan om ze te zien, blijft een open vraag. De parallel met ‘Radio Suēno’, de eerdere voorstelling van Verkouteren helpt hier een handje. June is op zoek naar een droomwereld waarin alles, anders dan in de reële wereld, goed afloopt, waar nooit iets verloren gaat, waarin ze zichzelf kan zijn. De paradox is dat ze die toestand wil bereiken door zich volledig over te geven aan de 525 lijnen van het TV beeld. Ze wil erin verdwijnen. Ze streeft geen heling na, maar verdoving, of gewoon  mentale dood. Het is intriest en hilarisch tegelijk.

De voorstelling laat June daar achter. Ze switcht terug naar Petra en haar ondertussen doodsbenauwde interviewer. Petra orakelt over het verschil tussen mensen bij wie de stoppen doorslaan en pinguïns die gek worden en dan koppig landinwaarts beginnen te lopen in plaats van richting zee te gaan zoals hun soortgenoten. Ze heeft het ook over junikevers (Junebugs, jawel: de titel van het stuk) die zo lang blijven cirkelen rond het licht van een lamp dat ze vergeten hoe de echte zon eruit ziet – en finaal hun vleugels branden.

Petra’s laatste gevleugelde woord is ‘You forget the shame existed after all’. Daarna is er alleen nog white noise op het scherm. . Tot de beeldbuis met een flits de geest geeft. Als je dood bent is er inderdaad niets meer om je over te schamen…. Als het televisiebeeld verdwijnt treedt de dood in. Niet alleen voor June. ‘Junebug’ evoceert treffend de waarheid van onze ‘beeldcultuur’ als een ersatz ervaring die leidt naar een mentale dood. De echte dood die daardoor op afstand leek te blijven volgt hoe dan ook. Briljant.        

Genoten van deze recensie?

Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.

Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.

Steun pzazz

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Steunen Login