Performance

Entre le néant et l’infini, je me mis à pleurer Maxime Jean-Baptiste

Een performance als een film

De Frans-Guineese regisseur Maxime Jean-Baptiste verloor in 2012 zijn neef door een brutale moord. In zijn performance ‘Entre le néant et l’infini, je me mis à pleurer’ maakt hij zijn rouwproces zichtbaar met klassieke filmtechnieken. Soms ontspoort die techniek en verdwaalt het stuk in een samenraapsel van alle materiaal waarover de maker beschikte en dat hij ook absoluut wilde tonen. Zo werd om onduidelijke redenen een koor opgeleid voor deze voorstelling. Maar uiteindelijk werkt de formule toch.

Entre le néant et l’infini, je me mis à pleurer
Elie Agniel Le Rideau, Brussel, in het kader van Kunstenfestivaldesarts
25 mei 2022

‘Entre le néant et l’infini, je me mis à pleurer’ begint in het donker. De stem van Sandra Muteteri Herremans leest sms’jes voor, gericht aan Maxime Jean-Baptiste. Ze dateren uit een periode van opnames van interviews in Guinea. Ze vertelt dat tijd onverbiddelijk is, dictatoriaal zelfs. Het klinkt als een cliché maar het is wel de perfecte openingszin voor een performance van een filmregisseur.

Deze filmregisseur maakte wel een grote beginnersfout: de computer met het beeldmateriaal voor zijn nieuwe film werd gestolen, en een back-up was er niet. Terwijl Muteteri dit relaas vertelt, en hij antwoordt, zien we beelden die weinig verband lijken te hebben met wat we horen: een bende op brommers of iets wat op een Afrikaans straatfeest lijkt.

Beetje bij beetje wordt echter duidelijk waar de beelden en de berichten om gaan. De aanleiding voor deze voorstelling was de tiende verjaardag van de brutale moord op zijn neef Lucas Diomar. Zijn moordenaars gingen toen vrijuit. Aan de hand van interviews met de broer van Diomar, zijn zoon en de moeder, schetst hij het verhaal van een ingrijpend verlies. Centraal staat de onverwerkte rouw van de familieleden.

Zijn eigen rouw komt naar voren als hij op het podium de geest van Diomar speelt. Deze geest vertelt over zichzelf, toont enkele familiefoto’s en speelt tenslotte de noodlottige avond na, maar dan in omgekeerde volgorde. Aan het einde van het stuk toont Jean-Baptiste een opname van de moeder van Diomar. Ze houdt een pleidooi om de woede over de moord te behouden, maar toch de rouw los te laten. Ze wordt bijgestaan door een uitbundig achtkoppig koor – zeven zwarte zangers en één witte saxofonist – dat vanuit de tribunes naar het podium beweegt. Jean-Baptiste bedankt tenslotte uitgebreid alle mogelijke medespelers, bedenkers, technici en publiek.

De voorstelling toont ook een gevoel van hoop en zelfs de wil om door te gaan.

Maxime Jean-Baptiste is overduidelijk een filmmaker. De programmatekst vermeldt bijvoorbeeld dat de titel van het stuk ontleend is aan een fragment uit het boek ‘Zwarte huid, witte maskers’ van Frantz Fanon, meer bepaald het moment waarop Fanon in een donkere zaal wacht op confronterende beelden van zichzelf. Zijn filmische manier van denken merk je ook als Herremans opmerkt dat geïnterviewden altijd buiten en in beweging zijn. Jean-Baptiste geeft daar een symbolische betekenis aan: het beeld zegt dat hun weg nog onduidelijk was en hun tocht lang niet voorbij. Het zijn metaforen van iemand die in beelden denkt. Dat blijkt ook uit de opbouw van het verhaal. Als in een filmdrama krijg je als toeschouwer mondjesmaat puzzelstukjes van het verhaal te zien, zodat het drama zich pas langzaam ontvouwt.

Toch blijft de voorstelling boeien. Jean-Baptiste doet je je bijvoorbeeld telkens weer afvragen of iets live gebeurt, of dat het deel uitmaakt van de filmprojectie. Aan het begin van de voorstelling is het je bijvoorbeeld niet meteen duidelijk of de sms’jes tussen Muteteri en Jean-Baptiste live ingesproken zijn of gewoon licht slordig vertaald, tot Jean-Baptiste, en uiteindelijk Herremans ze zelf op het podium voorlezen. Als het koor begint te zingen is evenmin meteen helder dat ze mee in de zaal staan, zelfs niet als ze achter het projectiescherm in gekleurde lichtgevende pakjes een leger geesten naspelen.

Die aanpak heeft voordelen, maar ook nadelen. Zo merk je dat Jean-Baptiste al het materiaal inzet waarover hij beschikte, maar dat soms wat onhandig doet. Tijdens de uitgebreide bedankingen kom je bijvoorbeeld aan de weet dat hij het koor opleidde tijdens een driedaagse workshop van het Kunstenfestivaldesarts. Na lang zoeken besloot hij ze in te zetten als ‘een leger van geesten’. Dat bonte en vrolijke gezelschap contrasteert echter zo sterk met het trauma waar je getuige van was dat je als kijker de connectie met het stuk verliest. Ik had als kijker gewoon geen idee wat die scène bijbracht. 

Toch is dit meer dan een veredelde filmvertoning. Jozefien Mombaerts stelt in een groepsinterview in Etcetera 168 met Wouter Hillaert (https://e-tcetera.be/er-is-geen-andere-oplossing-dan-tijd-voor-zorgvuldigheid/ )dat als het publiek zich de therapeut moet voelen van de maker, de toeschouwer (ongewild) een verantwoordelijkheid in zijn schoenen geschoven krijgt die verder gaat dan applaudisseren.  ‘Entre le néant et l’infini, je me mis à pleurer’ gaat expliciet over de moeilijkheden van Jean-Baptiste en zijn familie om hun rouw te verwerken. Zoals vele werken over het verlies van een dierbare gaat het van jeugdherinneringen tot fantasieën over hoe Diomar nog zou zijn als hij zou leven.

Maar de voorstelling toont ook een gevoel van hoop en zelfs de wil om door te gaan. Als Herremans opmerkte dat de personages op de filmbeelden altijd in beweging zijn, viel mij vooral op dat niemand er triest uit zag.

Genoten van deze recensie?

Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.

Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.

Steun pzazz

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Steunen Login