Performance

Arena Ugo Dehaes / Kwaad bloed

Een lege arena

Als je verpleegsters kan vervangen door robots, waarom dan ook geen dansers? Zo’n vraag moet Ugo Dehaes zich gesteld hebben toen de Covid-crisis toesloeg en er van echt dansen geen sprake meer was. Hij sloeg aan het knutselen met motoren en elektronische circuits. Het resultaat, ‘Arena’ verbaast door vernuftige constructies, maar conceptueel blijf je op je honger. 

Arena
Pieter T’Jonck Dactylo / De Grote Post Oostende
TAZ 2021
02 augustus 2021

Neem nu ‘Mirror’, de eerste van acht installaties. Op een sokkel staan twee identieke robots gemonteerd. Een kooi van led-licht bakent hun actieradius af. De robots bestaan uit zes of zeven kleine elektromotoren, door scharnierende gewrichten met elkaar verbonden. Er hoort een opdracht bij voor de bezoeker: die moet de linkse robot een ‘interessante’ beweging aanleren door hem met de hand te manipuleren. De andere robot doet dat dan zo goed mogelijk na. Naderhand doen beide robots dat op eigen houtje nog eens na. Je ziet meteen dat de robot rechts het heel wat minder doet.

De tweede installatie, ‘Finger’, bestaat uit één robot, die -als ik het goed begreep- informatie krijgt van de eerste installatie en daar dan een eigen interpretatie van brouwt. Ook hier mag je deelnemen, deze keer door te stemmen op een beweging die je geslaagd vindt. Zo zou de machine leren hoe je boeiend bewegingsmateriaal kan produceren. Ook bij de vierde installatie, ‘Stalactiet pic’ mag je stemmen voor ‘de beste beweging’. Die informatie dient dan weer ter lering voor de vijfde installatie, ‘Stalactiet Mob’. Die is identiek aan de vierde, behalve dat de naakte constructie van scharnieren en motoren verborgen is onder een dikke laag harige draden, die het ding er doen uitzien als een griezelige, harige worm.

Ook twee andere installaties gaan over het zelflerend vermogen van machines. Bij ‘Headless’ mag je zelf weer een handje toesteken, terwijl je bij ‘Runner’ meewarig observeert hoe moeizaam een machine leert te stappen. Twee andere installaties, ‘Pickled punks’ en ‘’Dead animal’ brengen echter een ander thema binnen. De eerste bestaat uit afgedankte constructies die op sterk water gezet zijn, naar analogie met foetussen op sterk water in medische rariteitenkabinetten. ‘Dead animal’ is een machine die overtrokken is met een siliconenhuid, die het ding er det uitzien als een bizar, zieltogend insect. Je mag proberen om et in leven te houden door het letterlijk te animeren.

Het is allemaal hoogst amusant om te zien. Toch merk je al snel hoe beperkt het bewegingsarsenaal van deze installaties is. Van kogelgewrichten is en bijvoorbeeld geen sprake: twee motoren kunnen tegenover elkaar altijd maar in één richting scharnieren. Dat is niets vergeleken met wat een menselijk lichaam aan articulatiemogelijkheden biedt. Het gevolg is dan ook dat de identificatie met deze machines op een elementair niveau blijft steken. Je voelt misschien een soort deernis bij ‘Runner’ of ‘Dead animal’, maar die is van puur sentimentele aard. Als puntje bij paaltje komt, kan het ding je geen lor schelen.

Vreemder is de nadruk die Ugo Dehaes legt op het ‘succes’ van de bewegingen van machines. Minstens vier installaties hebben het expliciet over de aantrekkelijkheid van de bewegingen die de robots maken. Maar hoe zou je daarover moeten oordelen. Hoe denk je over een aantrekkelijke beweging van een machine? Je krijgt het vreemde gevoel dat Dehaes hier een manier van denken over dans – welke bewegingen zijn aanlokkelijk en welke niet- zomaar transponeert naar machines.

Niet alleen valt op zo’ n idee van choreograferen wel wat af te dingen, het slaat bij machines als deze nergens op. Het is zelfs niet eens duidelijk hoe het ons iets zou kunnen leren over wat ons bezighoudt in bewegende objecten. Wat je ziet is leuk knutselwerk, maar voorlopig levert dat nog geen kunst, en zeker geen gedachten op. Daarvoor zou Dehaes scherpere keuzes moeten maken. 

Genoten van deze recensie?

Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.

Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.

Steun pzazz

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Steunen Login