Performance / Dans

Racines de songe Anne-Cécile Chane-Tune

Diepe existentiële vragen in twintig minuten

                                In ‘Racines de songe’ zet Anne-Cécile Chane-Tune haar hele lichaam in voor een action painting. In de twintig minuten die ze neemt voor haar performance, weet ze wonderlijk veel over te brengen.        
Uitgelicht door Daphne de Roo
Racines de songe
Daphne de Roo Les Brigittines, Brussel, in het kader van het In Movement Festival meer info download PDF
29 maart 2024

Het heeft iets tribaals, zoals Anne Cécile Chane-Tune de scène betreedt. Met haar wilde haren voor het gezicht wandelt ze naar voren. Daar wacht een tafel op zijn kant haar op. Zoeken naar dat ding hoeft ze niet. Zonder te kijken sleept ze de tafel naar het licht van een spot boven de scène die loodrecht naar beneden schijnt. Doordat achterste poten van de tafel hoger zijn dan de voorste, kijken we naar de bovenkant van het tafelblad, een wit doek.

Chane-Tune gaat achter de tafel staan en buigt zich naar voren, haar haren nog steeds over haar gezicht. Met haar vingers voelt en wriemelt ze door de lokken, tot ze haar mond vindt en daar twee grafietstiftjes uit trekt. Die lijken Chane-Tunes handen als magneten naar de tafel te trekken. Ze tekent er twee cirkels op, een venndiagram dat al snel uitmondt in chaos. Heel haar lijf zet de danseres in voor wat spiralen worden, haar tenen gebogen, haar heupen draaiend en stotend. In plaats van de stiften lijkt nu de beweging zelf Chane-Tunes lichaam mee te trekken in een machinaal ritme. Het werkt hypnotiserend, de tijd lijkt even stil te staan.

‘Racines de songe’ is het eerste deel van de performance ‘Racines’, waarin Chane-Tune ook met klei aan de slag gaat. In het begeleidende tekstje voor dit deel geeft ze mee dat de rizoom-theorie van Gilles Deleuze en Félix Guattari haar sterk beïnvloed heeft. Ze noemt die zelfs de ‘motor van haar onderzoek’. Het woord rizoom duidt in de biologie op een onderaards stelsel van zich in alle richtingen verbreidende en verstrengelende wortelstokken. Gras groeit bijvoorbeeld als een rizoom: het schiet naar alle kanten, gaat nieuwe verbindingen aan en overwoekert zo de grond.

Volgens Deleuze en Guattari voltrekt de realiteit – en dus ook schrijven, denken en dansen – zich als zo’n rizoom. Ze zetten dat idee af tegen het dominante ‘boomdenken’, dat er vanuit gaat dat alles vertrekt – zich vertakt – vanuit één oorsprong. Een denken waarin één twee wordt, en twee vier, volgens een strikte hiërarchie. Het rizoom daarentegen staat voor een voortdurend worden, waarin samenhangen, oriëntaties en richtingen gaandeweg ontstaan. Het heeft geen begin of einde, wel een midden, vanwaaruit het uitdijt als een olievlek.

Deleuze en Guattari beschrijven het rizoom ook als een veelheid aan lijnen. Geen lijnen die twee punten met elkaar verbinden, maar lijnen zonder begin of einde. Die kruisen elkaar op tal van knooppunten. ‘Onvoorziene koppelingen produceren nieuwe perspectieven, die op hun beurt weer worden opengebroken door nieuwe connecties’, verwoordt Henk Oosterling het in zijn inleiding tot het rizoom in het Deleuze compendium (2009). ‘Elk deel van een rizoom kan en moet verbonden worden met iets anders’, schrijven de twee filosofen zelf in hun boek  ‘Mille plateaux’.

    Zelden worden filosofische concepten zo mooi verbeeld.    

In ‘Racines de songe’ zien we dat verbeeld in de spiralen, eindeloze lijnen, die Chane-Tune tal van keren laat kruisen, tot ze een dicht, chaotisch netwerk vormen. Al zou ze er met die tekening alleen niet in slagen de rizoomfilosofie volledig te vatten. Het is geen theorie die zich laat vangen in twee dimensies, de filosofen hebben het erover dat een ‘voortdurende toegang van alle kanten’ vereist is. Chane-Tune beperkt zich dan ook niet tot het tekenwerk, maar zet haar cirkelende, kruisende, chaotische bewegingen voort naast en óp de tafel. Uit haar beweging ontstaat, met andere woorden, de beeldende kunst, maar de beeldende kunst lijkt op haar beurt de beweging te voeden.

Het ritme dat Chane-Tune creëerde, wordt overgenomen door elektronische muziek, die zelf ook weer bewegingen lijkt voort te stuwen. Eens los van de tafel neemt de danseres de ruimte om haar virtuositeit ten volle te etaleren. Nu eens oogt ze als een robot, dan weer zijn haar bewegingen vloeiend, maar continu zien we hoe ze met haar hele lijf danst. Ze gebruikt daarvoor de hele scène: als die olievlek die Deleuze en Guattari beschrijven, neemt haar choreografie de ruimte in. Terwijl de bewegingen groter worden, vallen Chane-Tunes haren naar achteren en we zien haar ogen, die iets verdwaasds en tegelijk geconcentreerds hebben, alsof ze dronken is van focus.

De grafietstiftjes, die haar handen leken te leiden aan het begin, gooit Chane-Tune weg tegen het einde, nadat ze er lijnen mee heeft getrokken over haar lichaam en ze heeft gebruikt als lippenstift. Maar ook als de objecten werkloos aan de zijkant van de scène liggen, werken ze voort. Chane-Tune kronkelt haar lijf over de tafel tot ze onder de grijze vlekken zit. Alsof de tafel op haar tekent, mens en object werken in op elkaar. Dat onderzoekt Chane-Tune verder door onder aan de tafel te gaan hangen en het ding vervolgens te balanceren op haar hoofd. Ze vormt, u kunt het al raden, een rizoom met de tafel.

Opvallend is dat de lijnen die Chane-Tune trekt over haar huid, ook verwijzen naar een citaat van Amin Maalouf dat Chane-Tune meegeeft in haar programmatekst. Dat citaat spreekt de theorie van Deleuze en Guattari tegen maar is er toch ook complementair aan. We ervaren het individu, hoeveel lagen het ook heeft, altijd als één, stelt Maalouf. ‘Het is een tekening op een gespannen huid, wanneer één laag wordt geraakt, trilt de hele persoon mee.’ De twee filosofen spreken juist liever van een ‘dividu’, omdat het een veelvuldigheid zou zijn, die zich voortdurend koppelt aan andere veelvuldigheden. Het rizoom is nooit gewoon zijn, het is altijd intermediair en ‘inter-esse’, het is altijd verbonden.

Op dat spanningsveld beweegt Chane-Tune zich: ze verbeeldt beide elementen, die eenheid én die zich hechtende veelvuldigheid. We zien een zoektocht naar verbinding, betekenis én naar de eigen identiteit. De spanning die ze oproept, laat ons achter in contemplatie, met een resem prachtige beelden op ons netvlies. Zelden worden filosofische concepten zo mooi verbeeld, in een performance die ook zonder de existentiële vragen interessant zou zijn. En dat in twintig minuten.        

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login