Dead Little Girl Jean-Luc Fafchamps / Eric Brucher / Ingrid von Wantoch-Rekowski
Live streaming als experiment
Afgelopen weekend deelde de Munt een opera-première via live streaming met zijn publiek. ‘Dead little girl’ is het eerste luik van de trilogie ‘Is this the end?’ van Jean-Luc Fafchamps (muziek) en Eric Brucher (libretto). De volgende delen worden verwacht in 2021 en 2022. Misschien was live streaming een noodoplossing vanwege de coronacrisis, maar regisseur Ingrid von Wantoch -Rekowski wist dat nadeel in een voordeel om te buigen. Intrigerende muziek en enkele puike zangpartijen voegden het hunne toe aan deze boeiende ervaring, ondanks een teleurstellend libretto.
In ‘The facts in the case of Mr. Valdemar’, een kortverhaal
van Edgar Allan Poe, sterft een man terwijl hij onder hypnose gebracht werd.
Hoewel onbetwistbaar dood blijft zijn stem toch klinken, als een ziel die niet
verlost raakt van het lichaam door de hypnose. Dat verhaal heeft quasi niets te
maken met ‘Dead little girl’, op één detail na: ook in dit werk komt de stem
los van het personage.
We zien de zangers nu eens op het podium van de Munt, waar
ze de partituur van Jean-Luc Fafchamps in een concertante uitvoering met verve
verdedigen. Op andere momenten waren ze echter rond in ruimtes van de Opera
waar het publiek nooit komt, zoals ondergrondse gangen, het onder of het
boventoneel. Daar zingt Sarah Defrise, in de rol van het gestorven meisje uit
de titel, nu net niet, hoe hard ze ook probeert contact te leggen met ‘de man’
(Amaury Massion), ‘de vrouw’ (Albane Carrère) of de vele andere personages die
ze ontmoet in de onderwereld.
Dat is een boeiend idee van de regisseur. Het plugt rechtstreeks
in op de essentie van opera: een spel waarin de stem de drager is van de
emoties, of zelfs de ziel, van de personages, en zo deels los komt te staan van
hun lichamelijke aanwezigheid. In een gewone theatersetting kan je dat echter
moeilijk hard maken, tenzij je de ‘stomme’ scènes vooraf filmt en dan over de
concertante uitvoering heen projecteert, op een gaasdoek bijvoorbeeld.
Maar toen kwam de Covid19-crisis. Die maakte het quasi
onmogelijk om het project live te brengen. Daarom greep de Munt naar een
ongewone methode: het live deel van de voorstelling speelt voor een lege zaal,
maar het publiek kan toch volgen door live-streaming. Meteen wordt het
versnijden van live-beelden en film een vanzelfsprekendheid. Je staat er
nauwelijks bij stil terwijl je kijkt maar de filmbeelden van Jean Claude
Wouters nestelen zich precies tussen de livebeelden. Misschien onbedoeld
groeide de opera zo uit tot een experiment in de mogelijkheden om door
live-streaming een extra betekenislaag toe te voegen.
Even onbedoeld -dat beklemtoont het programma- is de
griezelige gelijkenis tussen de een publiek dat afwezig blijft en de crisis
waar we ondertussen precies zes maanden in zitten en waarin het leven niet echt
herneemt, noch helemaal stilvalt. De gelijkenis met de schemerzone tussen leven
en dood die Orpheus trotseerde om zijn geliefde terug te halen is, in de context
van opera, moeilijk te missen.
Bizar, zelfs tragisch, was wel dat dirigent Patrick Davin de
dag voor deze internet-première, of hoe noem je zo’ n voorstelling, plots overleed.
Naar mijn gevoel nam Peter De Caluwé, directeur van de Munt, de juiste beslissing
door de voorstelling toch te laten doorgaan. Het is een eerbetoon aan de
dirigent, en voegt bovendien op een -alweer- onbedoelde maar passende wijze een
shot ‘realiteit’ toe aan het stuk.
Hoe pakt dat nu uit? De partituur van Fafchamps intrigeert
in elk geval. Een klein orkest van 18 man omvat zowel kopers en strijkers als
een elektrische gitaar en basgitaar, en percussie die gaat van pauken tot
exotische percussie-instrumenten maar ook drums. Het resultaat is iets wat je
als ‘Weill meets Schoenberg meets rockmusic and pop’ zou kunnen omschrijven.
Fafchamps citeert daarbij uitbundig uit de muziekgeschiedenis,
met knipogen naar zowel Wagner als Jim Morrison. Het zeskoppige koor zingt het
allemaal aan elkaar. Fafchamps creëert zo zeker voor het ‘Meisje’ Sarah Defrise
ook onvermoede kansen om al wat ze vocaal in huis heeft uit de kast te halen.
Een missie die ze met overtuiging volbrengt. Opmerkelijk is ook dat hij haar
technisch kunnen contrasteert met het folkrock timbre van Massion.
Even opmerkelijk is dat die bevlogen vertolking ook aanwezig
is in de filmfragmenten. Defrise belichaamt er overtuigend een jonge hipster,
met gebleekt haar, opzichtige make-up en hitsige kleren. Ze begrijpt maar niet
wat haar overkomen is. Ze gaat zo op in die rol dat je pas na enige tijd merkt
dat ze dezelfde performer is als de zangeres die je ‘live’ ziet. Massion en
Carrère zijn op film minder overtuigend, net zoals andere personages die
opduiken aan gene zijde van het leven, zoals Dante Allighieri, Orpheus, een
Walküre of Jim Morrison.
Vooral als de spoken uit een ver verleden opduiken dreigen de
filmscènes wat potsierlijk te worden. Dat ligt minder aan de muziek, de regie
of de zang- en acteerprestaties, maar vooral aan het libretto van Eric Brucher.
Het is de achillespees van de voorstelling. Het libretto mist dramatische
spanning of evolutie. Het is een reeks tekstflarden die los naast elkaar, met
een overdaad aan soms gratuite referenties.
Zo last hij ‘luchtige’ scènes in waarin bedrijven reclame
maken voor de dood als ultieme rust of ultiem orgasme. Jaja… Dat we leven in
een maatschappij die uit alles geld wil slaan was me ook wel al eens
opgevallen, maar deze grap is zo
opzichtig en zwaar op de hands dat het nauwelijks geestig, laat staan
prikkelend wordt.
Dat bezwaar treft de hele tekst: ze is te
gewichtig, te geforceerd diepzinnig. Als je daar abstractie van maakt, zie je
hier echter wel een boeiend experiment dat nieuwsgierig maakt naar de volgende
delen, of ze nu komen via live-streaming of gewoon in de zaal te volgen zullen
zijn. To be continued .
Genoten van deze recensie?
Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.
Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.
Steun pzazz