A deluded state of mind Liesbet Hermans

Een gekwelde, hedendaagse Elkerlyc

Je kent ze wel: die mensen die in zichzelf praten of mompelen, en gekke dingen doen zoals wild gesticuleren of roepen tegen muren. Ik loop er liefst in een wijde boog omheen. Je wil immers geen problemen. Maar zo’n mensen boezemen me ook angst in, al geeft ik het niet graag toe. Ze verschillen immers niet zoveel van mij, ‘normale’ mens. Werd ik dan nooit gekweld door muizenissen die me boven het hoofd groeiden? ‘A deluded state of mind’ van Liesbet Hermans gunt je tijdens een stadswandeling een blik op wat er dan gebeurt in iemands hoofd. Samuel Beckett blijkt niet ver weg. 

Uitgelicht door Pieter T’Jonck
A deluded state of mind
Pieter T’Jonck Antwerpen Zuid / Monty, in het kader van het Beyond the Black Box Festival
07 mei 2024

‘A deluded state of mind’ is in de eerste plaats vooral een erg goede tekst. Het is een monologue intérieur van een niet nader gespecifieerd personage. Ik houd het even op een ‘hij’. Hij vraagt zich eerst af wat hij zou eten, maar onderweg om aankopen te doen dwalen zijn gedachten af. Eerst door passanten die zijn aandacht trekken. Hij berispt zichzelf voor zijn negatieve ideeën daarover. Al heel snel draaien zijn gedachten daarna dol, gewoon door de vraag wat hem verbindt met de anderen. Hij merkt dat hij over alles gelijk wat wel of niet kan denken. Alleen stoppen met denken, dat kan hij niet.

De oorzaak, zo denkt hij, is dat er iets schort aan de verbinding tussen zijn hoofd en zijn lichaam. Zijn lichaam, dat biedt vastigheid en herkenbaarheid, maar dat hoofd, dat gaat maar zijn gang. Dat wil ook van alles. Dat wil dat hij een beter mens wordt. Maar dat lukt dan toch nooit, heeft hij al lang geleden vastgesteld. Routines als meditatie, yoga, noem maar op, ze raken nooit verankerd in zijn dagelijkse routine, want dat hoofd is daarvoor veel te grillig en onstandvastig. Het stormt er eigenlijk. Het is volkomen losgeslagen van alle concrete, echte dingen. Uiteindelijk daalt er toch weer een soort rust over hem neer als hij zich neerlegt bij die gespleten toestand: noch lichaam, noch geest, onstandvastig, onbepaald. ‘I see myself in a city with a body of someone else’ is één van zijn laatste gedachten voor hij terugkeert naar het gebin: ‘wat gaan we eten vandaag?’.

Deze monoloog is duidelijk verwant aan een tekst van Samuel Beckett als ‘L’ innomable’. Die dreef de woordenwaanzin echter zo ver door dat veel critici spraken van ‘L’ illisible’, de ‘onleesbare’. Dat doet Hermans niet: haar protagonist blijft een herkenbare mens als jij en ik, maar wel één die even de trappers kwijt is. Hermans ensceneerde haar tekst ook op een meer toegankelijke manier dan Beckett. Ze laat je er kennis mee maken tijdens een stadswandeling, zodat je als het ware in de voetsporen van haar personage treedt. Dat wordt hier gespeeld door zowel een man, de acteur Davis Freeman, als door twee vrouwen, de performer Aliénor H. en danseres Danielle Huyghe.

Voor je verder leest: de manier waarop Hermans dat doet bevat een klein verrassingselement. Als je ze helemaal onbevangen wil zien, dan lees je nu best niet verder. Anderzijds: ik zag ze tweemaal, één keer met acteur Freeman, één keer met Aliénor H.De tweede keer wist ik dus precies wat er zou gebeuren, maar de ervaring was niet minder sterk. Integendeel: ik zag de subtiliteiten dan veel beter.

Hoogstens drie maal zeven mensen kunnen deelnemen aan deze stadswandeling. Elk groepje krijgt van een begeleider een koptelefoon, en dan gaan ze met hem of haar op weg naar een punt vlakbij. De koptelefoon laat al die tijd zweverige, bezwerende elektronische muziek horen. Daarna sta je samen stil, op een plek waar nogal wat auto’s en voetgangers passeren. De muziek wijkt voor de stem van, naargelang de trip, een man of een vrouw die piekeren over wat ze nodig hebben voor het avondmaal. Koffie? Gevulde pepers? Moeten ze niet eerst hun koelkast eens reinigen?

    Handelingen die anders onbegrijpelijk zouden lijken worden plots toegankelijk doordat je als het ware in het hoofd van de spelers zit.     

Pas na enige tijd merk je dat er vlakbij iemand opgedoken is die nogal wat tics vertoont, maar wel tics die een echo zijn van wat je hoort. Die tics worden steeds grotesker, tot de acteur, die je vanaf nu op afstand volgt, zich uitgesproken vreemd gedraagt. Kruipen over tramsporen, rondtollen op een rondpunt, mensen op een caféterras nadrukkelijk aanstaren…. Handelingen die anders onbegrijpelijk zouden lijken worden plots toegankelijk doordat je als het ware in hun hoofd zit. 

Freeman en Aliénor H. vulden die opdracht heel anders in. Daaruit blijkt hoe sterk de tekst de mechanismen achter een wijdverbreide ervaring van ontreddering precies vat, zonder anekdotisch te worden. De anekdotiek ontstaat op straat – krijgt dus toch een lichaam, ondanks de wanhoop van het personage - door de wisselwerking tussen de spelers en toevallige gebeurtenissen of passanten. Dat creëert een bijzondere dynamiek op die momenten waarop passanten zich oprecht zorgen maken over de spelers, tot ze beseffen dat ze onbewust figureren in een spel waarvan wij, de deelnemers, de toeschouwers zijn.

‘A deluded state of mind’ eindigt met een mooie vondst. Net als het personage in de tekst volledig doordraait, ontmoeten de drie spelers, en hun respectieve publiek, elkaar op één punt. In Antwerpen was dat het plein voor het KMSKA Museum. Daar gaan ze liggen op hun rug, met de armen en benen in de lucht. Als kadavers? Als dode insecten? Of vinden ze rust door te staren naar de wolken, in totale ontspanning? Op dat punt moet je als kijker het verhaal zelf afmaken. Maar die samenkomst geeft ook aan dat het personage dat we hoorden een moderne Elkerlyc was, die veel gedaanten kan aannemen. Dat is troostend, maar een fraai beeld van onze leefwereld biedt het niet.          

Genoten van deze recensie?

Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.

Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.

Steun pzazz

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login