Muziektheater / Performance

Nocturnes for a society Myriam Van Imschoot & Lucas van Haesbroeck

Gecureerde stad

‘Nocturnes for a Society’ lijkt op het eerste gezicht een uiterst eenvoudige voorstelling: in groep componeer je in de loop van twee oefeningen je eigen slaapmuziek. Miryam Van Imschoot en Lucas van Haesbroeck cureerden elk detail echter zo zorgvuldig dat de aanwezige mensen gaandeweg een gemeenschap gaan vormen en zo ook deel van de stad. En dat allemaal al slapend. 

Uitgelicht door Elie Agniel
Nocturnes for a society
Elie Agniel K1 (Kanal) , in het kader van het Kunstenfestivaldesarts meer info download PDF
26 mei 2023

‘Nocturnes for a Society’ duurt maar liefst elf en een half uur. Het begint klein en geborgen in K1, een twee etages hoge houten feestzaal langs het kanaal, tegenover de voormalige Citroën-garage. Met zachte stem begeleidt iemand je naar de bovenverdieping en vraagt je daar om je schoenen uit te doen. In ruil krijg je slippers.

Er volgens nog heel wat aanwijzingen, maar dan op papier. Een eerste blad nodigt je uit om vooreerst naar eigen aanvoelen een halfuur de ruimtes te verkennen. De langwerpige bovenste zaal baadt in het licht, en is open. Langs de kant liggen opblaasmatrasjes. In het midden van de ruimte wachten bijna zeventig cadeautjes op de bezoekers. Ze zijn verpakt in kleurrijke stoffen en dragen wat mysterieuze namen als ‘Captain Hook Visits Swiss Farm’, ‘End of Summer’ of ‘Dancing Eyeball’. Op de begane grond is het heel wat warmer en ook duisterder. Dikke wollen doeken zijn er met touwtjes opgehangen aan het plafond. De vloer ligt bezaaid met dikke schuimmatrassen.

De bezoekers ontdekken al gauw hun cadeautjes. Het zijn bouwdozen voor huis-tuin-en-keukeninstrumenten. Bakparels met daarbij een kommetje en een schoteltje, bijvoorbeeld. Of een metalen bordje met enkele kralen. Daar horen instructies bij, maar die zijn niet dwingend. ‘Speel met je object, of beter, laat je door je object dicteren wat je moet doen. Luister goed naar het geluid dat je kunt maken. Hoe klinkt het geluid in een andere ruimte? Hoe klinkt het geluid bij een ander lichaam? Hoe klinkt dat met een ander?’ De verschillende afmetingen van kralen, schoteltjes, kommetjes, bordjes, pannetjes, glazen en ander keukengerei laten elk instrument net wat anders klinken. Maar de samenklank wordt nooit een kakafonie.

Op een haast magische manier slagen Van Imschoot en Van Haesbroeck er zo in om geleidelijk een gemeenschapsgevoel te doen ontstaan bij de bezoekers. Waar je eerst nog gefascineerd bent door de klankmogelijkheden van je eigen instrument vorm je al snel, en als vanzelf, duo’s, trio’s met mensen die je niet kent, noch een woord mee wisselde. Voor je het weet vorm je samen zelfs een heel orkest. Het concert duurt zo lang dat je na een tijdje zelfs met je ogen toe mensen herkent aan het geluid van hun instrument.

Ondertussen komt Van Imschoot langs met een microfoon en twee hoofdtelefoons. Terwijl zij het geluid opneemt, mag je met twee luisteren naar de instrumenten. Dat is een bevreemdende ervaring, want zowel de instrumenten als het omgevingsgeluid klinken helderder via de koptelefoons. Het lijkt op de manier waarop een foto scherpstelt op een gekozen object en de rest flou maakt. Net zo concentreert de opname je gehoor.

Mij vallen ook andere dingen op. Als je op de etage geluid maakt klinkt dat luider en harder. Het geluid van sirenes dringt er van buiten naar binnen, het geluid van schuifelde slippers vermengt zich met dat van de instrumenten. Beneden dempen de doeken en de matrassen het geluid veel meer.

In een laatste brief word je verzocht om na de soep boven te verzamelen. Daar hangen nu ook witte wollen doeken, zowel aan het plafond als voor de ramen aan de straatkant. Dat houdt het felle straatlicht en -lawaai buiten, maar trekken ook je aandacht naar de omgeving buiten het gebouwtje. Door de kieren van de ramen aan de kanaalzijde waait een briesje je toe. Rondom K1 wordt de kade opnieuw aangelegd. De werd is in volle gang. Twee felle lichten van de werf van de Citroën-garage aan de overkant van het kanaal weerspiegelen in het water. De weerspiegeling ervan geeft grillige tekeningen op het plafond. Plots lijkt de speelruimte van de voorstelling tot aan de overkant te gaan.

We kregen hier de opdracht om klinkers te zingen. Net als bij het eerste spel ontdekt ieder eerst zijn eigen stem. Al doende gaan de bezoekers door de ruimte dwalen, maar toch vormen zich als twee concentrische cirkels, terwijl ieder een noot en een klinker aanhoudt. Enkelen beginnen te experimenteren: sneller wisselen van toon, klinker, stemsterkte of moduleren door met de handen te wapperen, op de borst te slaan of snel met het hoofd te schudden. Sommigen neuriën verlegen, anderen galmen als een geoefende operazanger. Fascinerend genoeg kinkt het gezamenlijk geluid ook nu weer verre van vals. Iedere stem past zich vanzelf aan om natuurlijke harmonieën te produceren.

Van Imschoot en Van Haesbroeck hadden al die ‘meevallers’ zorgvuldig gepland.

Het is dan ook geen toeval dat Myriam Van Imschoot in het programmaboekje de Amerikaanse componiste Pauline Oliveros vermeldt. Zij ontwikkelde de term Sonic Awareness die erin bestaat dat mensen zich niet enkel rekenschap geven van de muziek, van toon, volume, ritme etc. maar ook van omgevingsgeluiden. Oliveros ontwikkelde ook de Deep Listening techniek die zowel geoefende als niet-geoefende performers bijbrengt hoe je in improvisaties een balans vindt tussen eigen klanken en (omgevings-)geluiden.

Hier is het opmerkelijk dat de toeschouwers in elke ruimte anders zingen. In de grote ruimte zoemt het koor zachtjes. Iedereen zoekt er nog naar zijn eigen stem, en door de doeken klinken alle geluiden ronder, zachter. In de traphall wordt het ensemble al feller. Iedereen zingt elkaar toe en menigeen slaat aan het experimenteren. Uiteindelijk beweegt en zingt de groep als één massa. Er ontstaat zelfs een vreemde solidariteit: als iemand even op adem komt, neemt iemand anders vaak even diens toon tijdelijk over.

Dit zou als voorstelling al indrukwekkend genoeg kunnen zijn. Eenmaal beneden voegen geluidskunstenaars Christophe Albertijn en Léa Roger daar geluidsopnames aan toe, waar je al snel een bewerking in herkent van de muziek die eerst ontstond op de geïmproviseerde instrumenten. Als ook opnames van onze eigen zangstonde opduiken op de geluidsband, verstomt het live gezang stilaan. Als de laatste echte zanger zwijgt gaat iedereen liggen onder een dekentje op de schuimmatrassen. De instrumenten en stemmen blijven naklinken. Her en der herken je een bijzonder moment, zoals één enkel rinkelend belletje of één opvallend zangfragment. Op andere momenten zoomt de opname uit en hoor je ook geluiden van buiten het gebouw. Van hard, industrieel geklingel muteert de muziek naar zachter geritsel, als een regengeluidsmachine met net herkenbare noten. Elk tijdsbesef verdwijnt. Enkelingen keren terug naar hun opblaasmatrasje boven, maar de meesten vallen ter plekke in slaap. De hele nacht lang speelt een vertraagde mix van de twee concerten, tot je in de vroege ochtend weer opgeschud wordt door wat harder en killer geluid.

Je zou kunnen denken dat de voorstelling zo’n sterke indruk nalaat door veel meevallers, zoals de aanwezigheid van enthousiaste participanten die wat meer lef aan de dag leggen bij het experimenteren met de instrumenten of hun stem. De betoverende weerspiegeling van het werflicht op het water lijkt ook zo’n meevaller.

Als we de volgende ochtend aan de overkant van het kanaal ontbijten ontdek ik echter dat Van Imschoot en Van Haesbroeck al die ‘meevallers’ zorgvuldig gepland hadden. Het was Van Imschoot zelf die veel van de experimenten met zangtonen aanzette. Het was evenmin een toeval dat de wekmuziek om 6 uur begon, want net dan hervatte de omgevingsaanleg rond K1. De lampen die op het water schenen werden door het team geplaatst. Ze behoren helemaal niet bij de bouwwerf. Maar die ingrepen worden zo subtiel gedaan dat je er nauwelijks op let. De werken rond het gebouw en aan de overkant van het kanaal, de felle straatverlichting en zelfs de man die aan de overkant van het kanaal ’s nachts in zijn tent kroop, lijken allemaal deel te worden van de voorstelling, en omgekeerd. 

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login