Muziektheater

The Fairy Queen Henry Purcell / Vox luminis

De liefdesdroom van Purcell


‘The Fairy Queen’ van Henry Purcell is een heerlijke barokke partituur uit het zeventiende -eeuwse Engeland. Vox Luminis brengt er een perfecte uitvoering van. Het is alsof de partituur op het lijf van dit bejubelde gezelschap geschreven is. Fantasievol verlucht met de tekeningen van Emilie Lauwers en welluidend verteld door Simon Robson.

The Fairy Queen
Johan Thielemans Concertgebouw, Brugge meer info download PDF
27 maart 2022

‘The Fairy Queen’ van Henry Purcell uit 1692 is een ‘dramatische opera’ of ‘semi-opera’, een typisch Engels genre uit de 17e eeuw. In Londen heerste toen nogal wat scepsis over gezongen drama, zoals in de Italiaanse opera. Men twijfelde of die teksten wel verstaanbaar zouden zijn. Zo ontstond een eigen genre met gesproken tekst tussen de muzikale delen. Henry Purcell blonk erin uit. Het kende echter maar een kortstondig succes: na 1710 ging ook Londen overstag voor volbloed opera toen Georg Friedrich Händel daar arriveerde.

‘The Fairy Queen’ is een schitterende voorbeeld van dit genre. Purcell liet, samen met librettist Thomas Betterton, de tekst aan schurken tegen Shakespeare’s  ‘Midsummernight’s Dream’. Maar van dat stuk bleven slechts wat korte flarden over. Als in het stuk plots de namen Oberon en Titania vallen is dat dus nogal verbazend, want daar vernamen we eerder niets over. Er is namelijk geen vertelling.

De structuur van het werk valt in drie grote delen uiteen. Om de situatie duidelijk te maken, wordt de muziek een aantal keren onderbroken door de acteur Simon Robson als gepijnigde dichter. Eerst is hij een dronken, berooide dichter die besluit om de stad te verlaten en de rust op te zoeken van het woud. De gesproken teksten werden door Robson en dramaturge Isaline Claeys geschreven.

In het tweede deel maken we een nacht mee in de natuur. De dichter slaapt en droomt – en het is daar dat de Fairies (de elfen) uit de Midzomernachtdroom van Shakespeare verschijnen. Het gaat dan over liefde en pijn, over verlangen en verdriet. Het zijn bijna filosofische overwegingen, want in de nacht- wanneer lust de hele natuur beheerst- zijn alle gevoelens complex. Het gaat over de wankele onrust van de liefde. Het levert een komische scène op, zowel als een lange ingehouden klacht.

In het laatste deel keert de dag en de zon terug. De lust wordt beteugeld en het kortstondige genot wordt in een lange liefde omgezet dank zij het huwelijk, daar zorgt de god  Hymen voor. Hij zal rust en geluk brengen. De liefde van één nacht zal dan een eeuwigheid kennen.’  It shall be to them a new Wedding-Day/And when he (the sun) sets, a new Nuptial-Night.’

Deze bespiegelingen laten Purcell toe om een uitgebreid gamma aan emoties op te roepen

Deze bespiegelingen laten Purcell toe om een uitgebreid gamma aan emoties op te roepen. Innerlijke momenten worden afgewisseld met meer opbeurende of zelfs komische passages. Hij schrijft heerlijk voor de solisten, en al is de stijl van de Engelse barok afgemeten en wat beperkt en vaak conventioneel, toch weet hij binnen die muzikale grenzen afwisseling en verrassing te brengen. Zo laat hij de zangers begeleiden door een vol orkest, of alleen door een orgelpositief of een theorbe. Bij uitgelaten stukken is er uitbundig slagwerk. Hij weet ook met beklijvende momenten te verrassen. Zo wordt er in het nachtstuk over ‘slapen’ gezongen. ‘No noise’ zingt de bas een aantal keer, met telkens een rust tussen de woorden. De stilte wordt hier muziek. De zaal luistert gespannen mee.

Het hele werk duurt drie uur. Zo’n partituur kan alleen boeien als ze uitstekend uitgevoerd wordt. Dat is bij Vox Luminus absoluut het geval. Het koor bestaat uit solisten, en leider Lionel Meunier heeft een fijne neus voor doeltreffende, eenvoudige handelingen. De zangeressen en zangers verlenen al acterend altijd een meer kleurrijke kwaliteit aan hun uitstekende zangprestaties. Het is ook typisch voor Vox Luminis dat deze solisten moeiteloos een koor vormen, met een heerlijke, volle en dynamische klank.

Voor deze voorstelling heeft Lionel Meunier een stap verder gezet in zijn ambitie om van deze uitvoering volwaardig muziektheater te maken. Hij heeft een beroep gedaan op twee vormgevers.  De belangrijkste rol krijgt Emilie Lauwers: zij heeft een hele reeks tekeningen gemaakt die de actie begeleiden. Het zijn zeer mooie ontwerpen, die een rol vervullen in een schaduwtheater. Dat wordt op een scherm geprojecteerd (video Mario Melo Costa).

Het gaat niet om een letterlijke vertaling, maar om een fantasierijke beeldenstroom. Zo is de stad aan het begin een samenstel van appartementsgebouwen. Eens we in het nachtelijk bos zijn, komen er een reeks kleine dieren en insecten voorbij, die zich aan de lust overgeven, dat, terwijl er over het geluk én de pijn in de liefde gezongen wordt. Simon Robson, de acteur met de welluidende stem, onderbreekt de muziek om een lange lijst op te noemen van afrodisiaca (waaronder bijvoorbeeld de netel, met bijbehorende tekeningen).

Zo gaan hier vele elementen samen: een levendige muzikale uitvoering, met een stijlzuiver orkest, een hoog homogeen gezelschap zangers van grote kwaliteit en een mooie, originele scenografie. Lionel Meunier heeft hiermee een nieuwe dimensie aan zijn uitvoeringen toegevoegd.Dit maakt dit concert (of moet ik zeggen: deze voorstelling) tot een fijn voorbeeld van muziektheater.

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Abonneren Login