Jeugdtheater / Circus

iRRooTTaa Circus Katoen / Grensgeval

Trop is gewoon te veel

Trop is gewoon te veel. Die boodschap brengen Circus Katoen en Grensgeval met behulp van een overdonderende hoop witte keramieken balletjes op prikkelende wijze over in ‘iRRooTTaa’, een voorstelling voor jong (4+) en oud bedacht door Hanne Vandersteene, Mahlu Mertens, Sophie van der Vuurst de Vries en Willem Balduyck. Dat de stortvloed aan balletjes maar al te voorspelbaar is, doet niets af aan deze boeiende beeld- en klankcompositie.        

iRRooTTaa
Jasper Delva Budascoop, Kortrijk, in het kader van VITRINE PERPLX
08 november 2024

Je ziet de eindscène van ‘iRRooTTaa’ al van ver aankomen. Een stortvloed aan witte keramieken balletjes overweldigt het acrobatische duo Keivin Benavides Hidalgo en Liza Van Brakel. Een omineuze soundscape met het trage, holle geluid van kletterende hagel suggereerde het al. Het tweetal geeft zich dan maar over. Anders dan voorheen proberen ze nog wel zoveel mogelijk vallende balletjes te vangen, maar nu zonder dat het moet. En zo keert ook het verdwenen spelplezier bij de twee terug.

Het begint allemaal met een plotse ‘drrrrrrrrrrrrrrrrrr’. Zonder boe of bah rolt een eenzaam wit balletje in keramiek onder onze voeten. Het komt bovendien van achter de cirkelvormige tribune die opgesteld staat op het podium voor het gesloten theatergordijn waar we naar kijken (dat gordijn zal nooit openzwaaien, maar dat weten we dan nog niet). Met een gezwinde ‘zwoooeeeeeeew’ duiken eerst Keivin Benavides Hidalgo en daarna Liza Van Brakel van onder dat gordijn door naar dat balletje. ‘Phuuu, phuuu, phuuu, phuuuuuuuuu’. Op handen en knieën proberen ze door hard te blazen het balletje richting te geven, terwijl ze over en onder elkaar heen duiken, glijden en kruipen.

Dat het balletje er eerst was en daarna pas de spelers, onthult al iets van de manier waarop de voorstelling zal lopen. Het balletje laat zich immers niet sturen: het lijkt eerder de dans te leiden. Dat wil het duo ons toch doen geloven. Tot het plots bijna misgaat en het balletje achter de coulissen dreigt te verdwijnen. Je ziet Hidalgo twijfelen. Tegen de ongeschreven spelregel in, stopt hij het balletje net op tijd met zijn hand. Waarom? Kan het spel niet verder gaan achter het gordijn? De zichtbaar twijfelende houding van het duo om het balletje zijn gang te laten gaan of toch te sturen, haalt bij momenten de schwung uit deze eerste speelse scène.

Veel maakt het niet uit. Het spelplezier is duidelijk, daar gaat het om. Via allerlei speelse variaties ontdekken Hidalgo en Van Brakel samen met het publiek de kenmerken van het balletje: hoe het rolt en bolt, valt en vliegt. De kinderen smullen ervan. Hun pretoogjes doen vermoeden dat ze zelf nog meer spelletjes met het balletje in gedachten hebben.

Geleidelijk duiken nu nog meer balletjes op. Ze zijn allemaal net een tikkeltje anders en komen van overal de scène op rollen. Sommige zijn groter, andere kleiner. Sommige zijn min of meer egaal, anderen vallen uit elkaar als krijt. Nog anderen bewegen (schijnbaar) uit zichzelf of stuiteren. Een enkele keer blijkt een balletje eetbaar of kneedbaar. Aanvankelijk hebben enkele balletjes ook een kleur, tot die door toedoen van het duo mysterieus verbleekt en opgaat in de steeds verder aangroeiende witte massa.

Vooral valt op: hoe meer balletjes, hoe meer het duo ze wil samenhouden, ze onder controle wil houden. Zo verzamelen ze de balletjes eerst op de bovenkant van de hand, als ware het ouderwetse bikkels. Nadien garen ze er zoveel mogelijk bijeen in de zakken van hun broek en andere kledingstukken. Later sleept een haast wanhopige Hidalgo Van Brakel over het speelvlak terwijl zij zoveel mogelijk balletjes opraapt en in haar schoot verzamelt.

In de eindscène laten ze zien dat ballen laten vallen ook nieuwe kansen biedt. Vallen is nooit echt het einde.    

Hidalgo pikt ook een kind uit het publiek en zet het op zijn schouders. Hij houdt het zo vast dat de knieën dicht bij het lichaam plooien. De schoot van het kind vormt zo een ideale opslagplek waar Van Brakel balletje na balletje kan verzamelen. Ik herken de ingreep van eerdere voorstellingen van Grensgeval: steevast betrekken ze het publiek bij de voorstelling, maar dan in de rol van een object of attribuut. In ‘PLOCK!’ (2017) werden kleuters in witte overalls gehesen om te vervellen tot verfkwasten voor een sessie action painting. In 'KORROL' (2023) kregen sommige toeschouwers dan weer een functie als esthetische bouwstukken. In ‘iRRooTTaa’ laat het kind zich echter niet zomaar terugdringen in de rol van ballenkorf. Als de balletjes alweer de overhand nemen en zijn schoot overloopt – en het dus ‘mis’ gaat – raakt het jongetje zichtbaar overstuur. Gelukkig zet Hidalgo hem net op tijd weer neer bij zijn ouder. Het is tekenend voor de voorstelling: zelfs dit initieel leuke participatieve moment ontspoort en leidt tot overweldiging.

En dan volgt de stortregen aan balletjes die ondertussen iedereen van mijlenver zag aankomen. Toch blijf je geïntrigeerd kijken hoe het duo daarmee omgaat. Circus Katoen en Grensgeval houden zo een voorspelbare uitkomst met een voorspelbare spanningsboog toch boeiend en spannend. Met een prikkelende beeld- en klankcompositie tonen ze dat het onmogelijk is alle ballen in de lucht te houden. Soms is het leven gewoon (te) overweldigend. En meer: in de eindscène laten ze zien dat ballen laten vallen ook nieuwe kansen biedt. Vallen is nooit echt het einde. Je kan altijd weer opstaan. Een ‘Try Again. Fail Again. Fail Better’ voor kleuters.

Dat punt lijkt ‘iRRooTTaa’ te willen maken. Tegelijk kan je er veel meer in zien, want net in haar eenvoud biedt de voorstelling des te meer ruimte aan verbeelding. Zo zie ik in al die witte balletjes ook een ecologische kritiek op monocultuur. Je kan er zelfs een kritiek op het antropocentrisme en het triomfantelijke menselijke subject in lezen. Want moet de mens steeds elk mogelijk object controleren en in zijn dwang houden? Dat is misschien wel de echte kernboodschap die Circus Katoen en Grensgeval willen overbrengen: trop is gewoon te veel. Dat ze die boodschap weten te vertalen naar een speelse, spannende en goed gedoseerde voorstelling die boeiend is voor zowel jong als oud, is zonder meer bijzonder.

PS: de voorstelling wordt in afwisselende duo’s gespeeld door Keivin Benavides Hidalgo en Liza Van Brakel (de voorstelling die ik zag) en Willem Balduyck en Sophie van der Vuurst de Vries.        

Genoten van deze recensie?

Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.

Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.

Steun pzazz

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Steunen Login