Jeugdtheater / Muziektheater

FEST Zonzo Compagnie

Catch your flow!

In ‘FEST’ (6+) smeedt Zonzo Compagnie een concert om tot een feestelijk ritueel voor kinderen. De basisingrediënten zijn een spannende en uitgebalanceerde score en drie performers die weten hoe ze met een jong publiek moeten communiceren.        

FEST
Evelyne Coussens HA Concerts, Gent
13 mei 2025

Om te beginnen is er de dresscode, want zo gaat dat op een feestje. Kinderen en volwassenen krijgen bij binnenkomst een kleurrijke poncho aangereikt en nemen plaats op kussentjes in een cirkelvormige opstelling. Dat de muziek centraal staat, blijkt al uit het feit dat er aanvankelijk geen muzikanten te zien zijn, enkel drie verrijdbare muziekmachines en een micro die veel te hoog staat opgesteld.

Wanneer Junior Akwety, Jochem Baelus en Lotte Vanhamel tenslotte opstaan vanuit het publiek gaan ze eerst de cirkel rond, om met de handen aan de mond het feest zuurstof en leven in te blazen. Een stuwende beat van Baelus wordt het muzikale startpunt, een energieke Akwety danst het feestje in gang. “Ienieminieminiemo, catch your rhythm, catch your flow!”

Beats en muziekjes genoeg in het theater, vooral in het jeugdtheater. Op zijn slechtst vormen ze de makkelijke opvulling van een dramaturgische leegte, op zijn best zijn ze een sfeerelement of relevante ondersteuning / tegenkleuring van het narratief – maar ‘muziektheater’ is het meestal niet. Veel spannender – moeilijker? – is het om de omgekeerde beweging te maken. Hoe maak je van een concert een theatraal gebeuren?

In ‘FEST’ is de basisstructuur die van een jazz- of techno concert, maar de zorgzame regie van choreograaf Charlotte Goesaert maakt er een muzikale vertelling van. Neem nu die micro, dat is zo’n theater- (en zelfs circus-!) grapje: wie daarin wil zingen ziet zich gedwongen rare fysieke capriolen uit te halen, en op die manier contact te maken met het publiek. 

Contact, dat is misschien het sleutelwoord. Het begint al, even na het begin, met de bij jazzconcerten traditionele voorstelling van de muzikanten – alleen beperkt dit vertrouwde onderdeel zich niet tot de drie op scène, maar wordt ook de kinderen naar hun naam gevraagd. Het hele ‘FEST’ lang wordt er vanuit de muziek zelf gecommuniceerd met het publiek. De drie gaan op wandel met hun muziekkarretje, plagen elkaar maar betrekken het publiek daarbij, nemen het tegen elkaar op in een vriendschappelijke competitie. Wat is muziek maken eigenlijk meer dan lichamen die in een speelse dans trillingen veroorzaken, en zich zo met andere lichamen verbinden? De energie van de score  is zo uitgebalanceerd dat momenten van opwinding worden afgewisseld met rust en verstilling – niet onbelangrijk om een zaal vol overprikkelde jonge mensen te vermijden.

Wat écht revolutionair is aan ‘FEST’ is precies dat er geen verhaal is behalve dat van de muziek en de lichamen.  

Even gaat het mis en het is fascinerend om te speuren naar de oorzaak. Na een visueel interessante scène waarin de golvende bewegingen van een lange aluminium strip zorgen voor geluid en de verbeelding van de zee, volgt een uitgesponnen sequentie waarin Vanhamel ritueel wordt rondgedragen door Akwety en Baelus, terwijl ze op haar dwarsfluit blijft spelen. Komt het door het licht, dat plots een blauwgrijs-verkillende tint aanneemt? Duurt de rondgang te lang? Feit is dat het publiek collectief onrustig wordt: er ontstaat gewriemel, poncho’s gaan uit. Pas wanneer een ritmisch voetengestamp de energie weer oppikt, haken de kinderen terug aan. Wonderlijk, en inzichtelijk, hoe nauw regie, dramaturgie en zelfs lichtontwerp steken in zo’n niet-narratieve theatraliteit. Een verkeerde kleurfilter op je licht, en je publiek is weg.

‘FEST’ presenteert zichzelf in de communicatie als een anarchistische oproep tot revolutie – tja, de verkoop vraagt natuurlijk om een aantrekkelijk verhaal. Wat écht revolutionair is aan ‘FEST’ is precies dat er geen verhaal is behalve dat van de muziek en de lichamen, en dat van daaruit wel degelijk verbinding wordt gemaakt. Het is tekenend dat het laatste woord aan de instrumenten is, terwijl de muzikanten al zijn verdwenen. Aan de instrumenten én aan het publiek, want een finaal lichtspel zet ook dat publiek dankbaar in de kijker.

‘FEST’ erkent op alle mogelijke manieren – in score, in scenografie, in regie, in spel – het belang en de aanwezigheid van het (jonge) publiek. Dat lijkt een open deur, maar het is een verademing in een podiumlandschap dat soms nog steeds uitsluitend lijkt bezig te zijn met de eigen artisticiteit, met het ‘zenden’. Bewustzijn over het ‘ontvangen’ en ‘de ontvanger’ is geen ‘toegeving’ aan een of andere vorm van commercie, het is een noodzakelijke voorwaarde om tot communicatie te komen. En dus tot betekenis.        

Genoten van deze recensie?

Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.

Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.

Steun pzazz

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Steunen Login