Zes brandenburgse concerten Anne Teresa De Keersmaeker
Een geschiedenis in zes concerten
De ‘Zes brandenburgse concerten’ vatten al het kunnen dat Bach in zijn loopbaan als componist en musicus verzamelde samen op een feestelijke, joyeuze manier.
In 1721 droeg Johann Sebastian Bach zijn zes Brandenburgse Concerten op aan de markgraaf van Brandenburg. Een mooiere sollicitatiebrief zal zelden geschreven zijn. Het is ook een mijlpaal in de muziekgeschiedenis door de inventieve manier waarop de componist eenvoudige dansmotieven opwaardeert met zijn contrapuntische compositietechniek, zonder in dorre wiskunde te verzeilen.
De vraag is dan natuurlijk: hoe kan je daar als choreograaf iets naast zetten dat niet ten onder gaat tegenover de kracht van die muziek. Zelfs voor Anne Teresa De Keersmaeker, die toch een heel lange geschiedenis heeft met muziek van Bach moet dat niet evident zijn. Zij bood een antwoord dat verbluft in zijn eenvoud.
De ‘Zes brandenburgse concerten’ vatten al het kunnen dat Bach in zijn loopbaan als componist en musicus verzamelde samen op een feestelijke, joyeuze manier. Net zo pakt deze voorstelling alle kennis en ervaring die het gezelschap Rosas opbouwde in de laatste kwart eeuw samen in een soort feest, een viering van het plezier om samen te bewegen, er samen te staan en elkaar te voelen. Heel aards en eenvoudig, maar net daarom zo ontroerend.
Als het op kennis en ervaring aankomt is dans echter een geval apart. Want die kennis staat nergens genoteerd op opgelijst. Ze zit niet enkel in het hoofd van de choreografe, maar vooral in de lijven van de dansers die ze uitvoeren. De eerste keuze die De Keersmaeker maakte is dan ook om drie generaties dansers van haar gezelschap samen te brengen.
Sterkhouders als Cynthia Loemij, Samantha Van Wissen, Jakub Truszkowski of Mark Lorimer die er al een kwart eeuw of zo zijn. Daarnaast dansers als Bostjan Antoncic, Carlos Garbin, Sandy Williams, Michael Pomero,, Marie Goudot, Igor Shysko of Sue Yeon Youn die mee vorm gaven aan de wonderlijke evolutie van het gezelschap in de laatste tien jaar. En dan die ‘wonderful bunch’ van jonge dansers als Jason Respillieus, Thomas van Tuycom, Frank Gyzicki die in ‘Zeitigung’ weer een nieuwe toets toevoegden aan het oeuvre.
In totaal zestien dansers. Hun komst wordt aangekondigd door een man die wat stuntelig een bordje omhoog houdt ‘Konzert 1 F DUR’. Bij elk volgend concert zal hij dat weer doen, telkens met een anders gekleurd T-shirt. Het toneelbeeld van Jan Versweyveld is heel bijzonder: een cirkelvormige wand, opgesierd met draden verzwaard met zilverkleurige bollen. Het doet denken aan het cirkelvormige gordijn dat het decor vormde van ‘rain’, maar deze keer kan je er niet doorheen lopen.
Als de dansers de eerste keer opkomen stappen ze als in ‘rain’ langs die wand om dan, in licht verspreide slagorde vooruit het podium op te lopen. Een beetje als in die beroemde affiche van de film Novecento, maar zonder die verbetenheid, vol vertrouwen, mee met de stevige pas die Bach inzet. De kostuums van An D’Huys, zonder uitzondering zwart, maar verder diverser dan je je kan voorstellen maken er helemaal een bonte bende karakters van.
Ze vertragen en versnellen volgens de melodie en tegenmelodie die de muziek aangeeft, tot ze vooraan komen, waarna ze weer achteruit stappen. Simpeler kan het niet, maar die eenvoud heeft ook een overrompelende kracht. Je ‘ziet’ de aanstekelijke kracht van de muziek.
Vanuit die openingszet ontwikkelen zich vele lijnen. In de tweede beweging maken eerst Sue Yeon Young en daarna Jason Respillieux zich los uit de groep om de lijn van de hobo en de viool te volgen. Een principe dat de Keersmaeker al vaak volgde: één instrument, één danser. Met elke volgende beweging nemen anderen het voortouw. Maar dan volgt een verrassing: als de kopers het klankbeeld beheersen met een martiale, vaste tred, duikt Sandy Williams op met een hond -zijn eigen hond- aan de lijn. het is een zottigheid die echter klopt met de sfeer van de muziek.
Die zottigheid komt ook terug in een grillige solo van Samantha Van Wissen. Het dansje ging al viraal op youtube, maar door het zomaar te koppelen aan de muziek van Bach zie je plots veel scherper hoe levendig, hoe dicht bij het leven, die dans stond.
Ik kan nog heel lang doorgaan over deze voorstelling. We zitten hier nog maar aan het eerste van de zes concerten. Een hoogtepunt is zeker het derde concert, het moment waarop het publiek in berlijn definitief overstag ging en de voorstelling in zijn armen sloot. In dit stuk staan er enkel mannen op het podium. In wisselende groepen vertolken ze de stemmen van de strijkers. De ene keer met forse stappen, de andere keer met frivole zijwaartse sprongetjes, een enkele keer ook met strompelende passen, als vermoeide feestgangers. Maar een feest is het zeker.
Kers op de taart is het samenspel tussen de dansers en het ensemble B’rock, aangevoerd door violiste Amandine Beyer. Een dirigent is ze niet, het gaat er echt aan toe zoals in de barok toen musici zonder leiding van werkten, en zich ten dienste stelden van het feest dat ze opfleurden. Het versterkt de ongewone spontaneïteit en openheid van deze voorstelling.
Genoten van deze recensie?
Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.
Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.
Steun pzazz