Mer- Claire Croizé & Etienne Guilloteau
Vijf keer sterven
In Mer- zoeken choreografen Claire Croizé en Etienne Guilloteau van EC-CE samen met vijf dansers en de zangers van het Pluto Ensemble uit hoe verlies en dood eruit zouden kunnen zien. Raar maar waar, soms gaan ze daarbij heftig of zelfs uitgelaten te keer. Ze laten zich niet zomaar kisten.
De barokke Walburgakerk in Brugge baadt nog in het wegdeemsterende avondlicht als een bonte bende onder het harde licht van schijnwerpers de ruimte betreedt. Ze maken een lange toer langs de kijkers die rond het lege schip van de kerk zitten. Luidkeels scanderen ze de ene naam na de andere. De namen van alle performers, begrijp je later.
Je weet niet goed wat je ziet. Vijf dansers leven zich uit in heftige uithalen die plots omslaan in elegische poses. Ze draaien tussen en rond vijf statig voortschrijdende zangers en lopen dan plots een eind vooruit. Chaos kortom. De kostuums, een ontwerp van Anne-Cathérine Kunz, zijn al even wild: een collage van kleurige, buitenissige stoffen en gewone kledingstukken, zonder onderscheid tussen man of vrouw. Is dit een kermisstoet? Of een orkest dat na een begrafenis stoom afblaast?
Pas als de zangers van het Pluto Ensemble plaats genomen hebben in het koor van de kerk keert de rust even terug. Ze heffen een laatmiddeleeuws lied van Pierre de la Rue aan. ‘Plorer, gémir, crier et braire’ zingen ze met hemels zuivere stemmen. Toch heeft het lied het over huilen, kreunen, schreeuwen en krijsen - van verdriet.
Wat je niet hoort laten de dansers zien. Claire Godsmark roept die werkwoorden een na een af, waarop de dansers frenetiek en collectief een gebaar maken. Alsof ze aan duiveluitdrijving of voodoo deden. Dan gaat er eentje door de knieën. Net nadat Mikko Hyvönen haar een masker van karton voorbond zwijmelt Young Won Son heen en weer en stort ze dood neer.
Ondertussen begint een tweede treurige zang: ‘Joye me fuit’-de vreugde verlaat me. Daarmee is het schema van de voorstelling gegeven. Telkens sterft een danser en zet hij of zij een masker op, waarop de groep –zowel de ‘doden’ als de ‘levenden’ zich collectief verweren tegen het onheil dat de groep getroffen heeft. Dat gegeven kent vele variaties.
Voor ‘zijn’ dood stort Tarek Halaby zijn hart uit over het verlies dat hem doet verlangen naar de dood. Als Emmi Väisänen heengaat citeert ze, net als de groep dat deed in het begin, de namen van de mensen om haar heen. Maar dan zachtjes en droevig. Sterven doen we alleen, ieder op zijn manier. En navertellen kunnen we het niet.
Rouwen over en protesteren tegen die gang van zakendoen we daarentegen samen. Gaandeweg verandert de bende in een half griezelige, half komische optocht van gemaskerden. Als een volks ritueel bij Breugel of de dag van de doden in Mexico. Zo’n rituelen waren dan ook de eerste inspiratiebron van de choreografen, en deden hen teruggrijpen naar a capella muziek van de late middeleeuwen en vroege renaissance. Maar daaronder zit ook een vleugje punkerige baldadigheid.
De titel Mer- is de Inde-Europese stam voor alle woorden die met dood te maken hebben zoals mort, murder, moord…
Het slot van de voorstelling verrast. De bende valt stil, en de dansers trekken hun bonte plunje en maskers uit voor een verstilde dans op het Requiem van Joannes Ockeghem. Als een laatste meditatie over de dood. Overigens: de titel Mer- is de Inde-Europese stam voor alle woorden die met dood te maken hebben zoals mort, murder, moord…
Het is, na Evol, dat het Theaterfestival haalde, alweer een opmerkelijk gave voorstelling van een gezelschap dat bij de laatste subsidieronde door de Vlaamse Gemeenschap de wacht werd aangezegd en nu overleeft op de steun van het Concertgebouw Brugge, een schamele projectsubsidie en eigen inkomsten. Als dat maar blijft duren…
Genoten van deze recensie?
Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.
Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.
Steun pzazz