Dans / Performance

Living in funny eternity_L.I.F.E Liquid Loft / Chris Haring

Achterhaalde beelden

De Oostenrijkse kunstenaar/choreograaf Chris Haring is met zijn gezelschap Liquid Loft al twee decennia een vaste gast op het Impulstanz festival in Wenen. Al die tijd exploreerde hij hoe media, zoals de camera, een heel andere kijk op het menselijk lichaam kunnen uitlokken. Zijn nieuwe voorstelling ‘Living In Funny Eternity_L.I.F.E’ bewijst dat er sleet zit op die formule. De flauwe woordspeling in de titel staat voor een richtingloze voorstelling. Toch zegt ze wel iets over de uitdaging waar dans vandaag voor staat. 

Living in funny eternity_L.I.F.E
Pieter T’Jonck Burgtheater Bühne, Wenen, in het kader van Impulstanz 2023
17 juli 2023

De drummer van het rockensemble Bulbul opent de voorstelling door voor het podium langs te lopen, even naar het publiek te knikken en dan aan de drums links van het podium plaats te nemen. De twee andere bandleden volgen. Meteen geven ze van jetje met harde drums, de droge klank van een geprepareerde gitaar en zware baslijnen.

Ondertussen dragen zes dansers een hoop kleren aan die ze opstapelen aan de voorkant van het speelvlak. Tegelijk plaatsen ze twee camera’s op driepikkels op dat speelvlak. Als Hannah Timbrell zich neervleit in een rechthoekig lichtvlak links van het podium ontdek je meteen de basisstrategie van de voorstelling: haar wulpse bewegingen gaan een verwarrende dialoog aan met de projecties ervan op de achterwand van de scène. Die verwarring stijgt als ze haar gezicht contact laat maken met een spiegelfolie.

Ondertussen verscheen ook Breanna O’ Mara. Ze draagt een nauw spannende donkerrode body met een rolkraag die ze zo ver optrok dat die haar gezicht verhult. Als ze haar onderlichaam prominent naar voor laat kantelen krijg je, alweer met de nodige camera-effecten, een weirde mix van een provocatieve lichaamshouding met het beeld van een burqa.

Dat is maar het begin. Meteen daarna trekt gaat Dong Ul Kim tegen de wand staan. Hij trekt een voile over zijn hoofd om dan te sidereen en beven terwijl een stem hem beschrijft als ene Dante die houdt van cricket en een hekel heeft aan kinderen.

Volgen: diverse scènes waarin onder meer Timbrell samen met twee anderen verdwijnt in een elastisch stuk stof dat sculpturale vormen doet ontstaan. Dat bevreemdende beeld is direct ontleend aan ‘Noumenon’ (1955), van Alwin Nikolais Vreemd genoeg rept Haring met geen woord daarover. Het ontging me ook volkomen wat de betekenis van het citaat zou kunnen zijn, behalve dan dat Nikolais’ beelden buitengewoon spectaculair zijn, en de camera’s dat effect hier nog versterken.  

Even onduidelijk is waar alle daarop volgende fetisjistisch gedoe met kostuums en camerabeelden toe moet leiden, al zeker niet als de gitarist van de band in beeld komt als een psychiatrische patiënt. En nog veel minder als alle performers, in steeds kekkere kostuums - op wat latex min of meer werd hier niet gekeken – simultaan en frontaal soleren. O’ Mara verbaast hier met scherpe, hoekige bewegingen, maar de slappe pasjes die Anna Maria Novak daar tegenover zet ontkrachten dat ensemblebeeld compleet. Het blijft een raadsel wat de choreograaf hier wil tonen.

    De choreografische beelden zijn zo willekeurig dat je er alles en niets in kan lezen    

Finaal volgt wel een werkelijk sterk beeld als alle performers samenklitten .Als ze weer uit elkaar drijven op het podium blijven de cameraprojecties suggereren dat ze allen samen een onontwarbaar kluwen van lichaamsdelen vormen. Wellicht werkte de hele voorstelling naar die morphing van lichamen toe.

Maar waar ging het hier nu over. Als je alles optelt kom je er wellicht op uit dat Haring een visueel essay wilde maken over actuele lichaamsbeelden en hun psychische weerslag. Het slimme goochelwerk met video en de beelden die hij gapte bij Nikolais suggereren een  diepzinnig inzicht, maar als de choreografische beelden zijn dan weer zo willekeurig dat je er alles en niets in kan lezen.

Dat geeft te denken. Nog geen drie decennia geleden zetten heel wat choreografen net als Haring videobeelden in om te laten zien dat lichaamsbeelden en zelfwaarneming veranderen als hun gemediatiseerde versie een ongemakkelijke dubbelganger wordt.

Maar de tijden zijn veranderd. Wat ooit slechts een verkenning was de potentiële impact van media op de verhoudingen tussen actuele lichamen is ondertussen al lang ingehaald door die media zelf: ze bieden iedereen de mogelijkheid om zijn/haar/hen beeltenis naar believen aan te passen daarmee de digitale wereldmarkt op te gaan.

Dat lichaamsbeelden het van het werkelijke lichaam overnemen is daardoor stilaan een dooddoener geworden. Fluïditeit is niet langer een toekomstbeeld, maar een feit. Daarover heeft Haring bitter weinig te melden, alle psycho-blabla ten spijt. De vraag is of dansvoorstellingen dat wél nog zouden kunnen?         

Genoten van deze recensie?

Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.

Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.

Steun pzazz

Uw steun is welkom
Pzazz.theater vraagt veel tijd en inzet van een grote groep mensen. Dat kost geld. Talrijke organisaties steunen ons, maar zonder jouw bijdrage als abonnee komen we niet rond als we medewerkers eerlijk willen betalen. Uw steun is van vitaal belang en betekent dat we onafhankelijk recensies over de podiumkunsten kunnen blijven schrijven. Alvast bedankt!

Steunen Login