Tembo Rode Boom
Olifantasie
Zat Pinokkio nog in de buik van een potvis, verkiest Kurt Demey die van een olifant. Het uit de kluiten gewassen model van zijn voorstelling ‘Tembo’ heeft een deurtje in zijn romp, langs waar je via een trap binnengeraakt met ongeveer tien personen tegelijk. Eens binnen word je verwelkomd door actrice Louise Buysschaert, die je op haar beurt meeneemt naar verhalen uit andere werelden. Magie en mentalisme zijn dan niet meer veraf. Wie Demey een beetje kent, is daarover niet verbaasd.

Mentalisten zijn de buitenbeentjes van de circuswereld, een wereld die op zich al door buitenbeentjes bevolkt wordt. Kurt Demey is daarenboven nog een buitenbeentje onder de mentalisten: een performer die zijn magische gaven moeiteloos verbindt met beeldende kunsten, theater of poëzie. De diverse samenwerkingen die hij voor zijn catalogus aan projecten al is aangegaan, lopen van een dichteres als Maud Vanhauwaert tot een muzikant als Joris Vanvinckenroye, maar ook beeldende kunstenaars, dansers en andere performers kruisten zijn pad. Toch is bij mentalisten geen samenwerking groter dan die tussen de artiest en zijn publiek.
In het repertorium van de mentalist staan – naast klassieke goocheltrucs – vormen van waarzeggerij (zoals bij confabulatie, waarbij een voorspelling op voorhand al was genoteerd door de mentalist), manipulatie (zoals bij Equivoque, waarbij een vrijwilliger denkt dat hij een vrije keuze maakt), cold reading (waarbij de lichaamstaal van de vrijwilliger meer prijsgeeft dan ie zelf zou willen) en hypnose. Een bekende collega van Demey, Gili, integreert deze technieken in een comedysetting. In zijn beklijvende monoloog ‘Cerebro’ koos Demey zelf voor een eerder theatrale setting. Op die manier stelde hij de indoctrinatie van sektevorming aan de kaak.
Op praktisch elk circusfestival staat er randanimatie die doorgaans de magie van het oude circus of de kermis etaleert. Demey is met zijn safariversie nog een van de creatievere.
Dan lijkt ‘Tembo’ voor Kurt Demey een terugkeer naar zijn roots. Ooit begon hij als entertainer in het olijke duo ‘Hamish & Flamish’, en ook ‘Tembo’ baadt in een sfeer van straatanimatie. De levensgrote en hyperrealistische olifant lokt vanzelf een breed kuierend publiek op circusfestivals of daarbuiten. Acteur Alain Rinckhout vangt de menigte op met onderhoudende lariefarie. Hij speelt een circusvariant van een ranger, die kleine groepjes samenstelt om aan te schuiven bij de olifant. De verbeelding van de toeschouwers wordt alvast gestimuleerd met tekeningen en gadgets. Aan de hand daarvan kiezen ze het thema van het verhaal dat ze zullen horen en beleven in de buik van de olifant. De keuze bestaat uit 24 onderwerpen, die trouwens niet per se met de olifant zelf te maken hebben. In het groepje waartoe ik behoorde werd de onderwaterwereld als thema gekozen.
Het ‘komt-dat-zien’-karakter van deze setting blijft leuk voor kinderen, maar is niet bijster origineel. Op praktisch elk circusfestival staat er randanimatie die doorgaans de magie van het oude circus of de kermis etaleert. Demey is met zijn safariversie nog een van de creatievere: de olifant is een indrukwekkende, levensechte verschijning en gelukkig niet aangekleed als Dombo. Het typische circuscliché “geef ze nog een daverend applaus” wordt evenwel niet vermeden. Dan is de beleving in de olifant wel anders: je wordt meermaals verrast, niet zozeer door de verhalen van Louise Buysschaert, maar door de toevoeging van magie en mentalisme. Alles blijft zeer bescheiden, want elke opvoering duurt amper een kwartiertje. Het is dan ook moeilijk om er meer over te schrijven zonder dingen weg te geven.
Als rugpatiënt betuig ik wel mijn respect voor de korte duur van de voorstelling: in de olifant is het knus maar krap. Ik vroeg me af hoe mensen met een grotere beperking dan die van mij in het dier zouden geraken. Ook zag ik wat angst op de jongste kindersnoetjes in mijn groepje. Sommige onder hen waren onder zes jaar, wat het programmaboekje van MAD Festival als minimum voorschreef maar ik denk dat de allerjongsten weinig begrepen van wat er gebeurde. Tot slot geef ik nog een persoonlijke bekentenis mee: ik ben altijd opgelucht wanneer ik niet als vrijwilliger word gekozen, zelfs bij het vluchtige mentalisme dat in ‘Tembo’ te beleven valt. Waarschijnlijk lezen mentalisten direct de stress op mijn gezicht en sparen ze me. De tip voor de kijker is om mijn voorbeeld daarin niet te volgen.‘
Tembo’ is onschuldig vermaak dat leuk is omdat het kort is. Kurt Demey amuseert zich er kostelijk mee, en veel toeschouwers zullen dat ook doen. Wie ervoor kiest om de olifant links te laten liggen, mist niet de ervaring van zijn leven. Wie het avontuur wel aangaat, zal zich niet bekocht voelen.
Genoten van deze recensie?
Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.
Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.
Steun pzazz