Symbiosis Symbiosis Circus
Nocturne van het afwijkend gedrag
René Magritte op zijn donkerste dag had het kunnen bedenken: een pekzwarte circustent, een rijzige man met een kinderkruiwagen, twee benen recht omhoog uit het zand op het podium, als palmbomen die wapperen bij een zacht briesje. Het is surrealisme troef in ‘Symbiosis’, de Nederlands-Duitse samenwerking tussen luchtacrobaat Luuk Brantjes en jongleur Kolja Huneck. Het levert een wonderlijk kijkstuk op. Met als bizarre conclusie dat ook de dingen die niet werken, werken.

Wie de tent betreedt moet twee keer met de ogen knipperen om te begrijpen wat ie ziet. In een donkere setting met twee kleine tribunes tegenover elkaar, staat het podium als een catwalk in het midden. Huneck loopt voorovergebogen over zijn kruiwagen rond het speelvlak. Met een mijnwerkerslampje aan zijn hoofd gebonden verlicht hij niet alleen dat rare stel benen van Brantjes, maar ook een stelling met een hoger platform. De klankband is een elektronische soundscape die een computer zou maken na een uurtje in de wasmachine.
Eenmaal Brantjes zich heeft bevrijd uit zijn netelige situatie klimt hij als een tor tegen het ijzerwerk van de tent omhoog en neemt plaats op een van de zandzakken die als boksballen bengelen aan de nok. Huneck neemt over en brengt een aantal langspeelplaten mee op scène, waarmee hij het hele spectrum van jonglerie toont, met bijzonder creatieve vormen van objectmanipulatie. De magie nouvelle, waarin de illusies worden ingezet om de werkelijkheid te vervormen naar een universum met eigen wetmatigheden, is nooit veraf. Zo klinkt er plots muziek zodra Huneck een speelgoedauto rondjes laat rijden op een elpee. Met de donkerzwarte tent in de vorm van een UFO en een bescheiden dierennummer met een worm wordt de vervreemding helemaal opgedreven. Alles waar circus voor staat – en circus is op zich al een wereld waarin afwijkend gedrag de norm is – wordt op zijn beurt op zijn kop gezet.
Qua absurditeit zijn Huneck en Brantjes elkaars gelijke, ook al verschilt hun materiaal dag en nacht.
Misleiding is alles in ‘Symbiosis’: leken de personages eerst op mijnbouwers op de dool in de kern van de aarde, eens Brantjes begint te klimmen kom je terecht in een documentaire over nachtdieren, maar wat die platen van Huneck dan komen doen? Misschien zit de verklaring in het onverklaarbare. Gaandeweg wordt duidelijk dat de artiesten met solo’s hun materiaal verkennen en transformeren. Interactie tussen de twee is er nauwelijks. Dat is enerzijds een gewaagde artistieke keuze, en kan anderzijds gezien worden als een luie zet waarbij beide artiesten hun ouder solowerk verweven met elkaar. Op een zeldzaam moment voelt dat zo aan, maar wonder boven wonder komt het duo er meestal goed mee weg.
Natuurlijk is er het materiaal zelf, dat bij beiden ijzersterk is. In de sequenties van Huneck volgen de verrassingen elkaar op, wanneer hij begint met vinylplaten en gaandeweg evolueert naar teerklodders. Brantjes baant zich geleidelijk aan een weg naar het verhoogde platform, waarmee hij aan het einde van de voorstelling onvoorstelbare dingen laat zien: innovatief circus, letterlijk van de bovenste plank. Elk apart zouden Huneck en Brantjes hun publiek kunnen blijven boeien met hun eigen verhaal. Samen doen ze dat ook, en zodoende vergeef je als toeschouwer snel de al te grote thematische contrasten die de combinatie van hun werk oplevert.
Er zijn ook elementen die over de verschillende verhaallijnen heen juist verbindend werken zoals de atmosferische soundtrack van F.S. Blumm en de experimentele belichting. Hoofd- en zaklampen allerhande creëren een fascinerend clair-obscureffect dat elk beeld doet baden in sfeer. Qua absurditeit zijn Huneck en Brantjes elkaars gelijke, ook al verschilt hun materiaal dag en nacht. Beiden bedienen zich uitgebreid van de magie nouvelle om het droomgevoel tot het maximum op te drijven.
De kern van de zaak zit wellicht in de titel ‘Symbiosis’. In de biologische betekenis van het woord gaat het om twee organismes van verschillende soorten die elkaar nodig hebben om te overleven. In het geval van Brantjes en Huneck zijn de twee organismes op een bepaalde manier elkaars tegenovergestelde: de een blijft veilig op de grond en manipuleert objecten, de andere hangt in de lucht en de objecten manipuleren hem. Dankzij de visuele verwennerij laat je als toeschouwer uiteindelijk je conceptuele vragen los om je te laven aan donkere maar prachtige beelden, die ook zonder uitleg overeind blijven.
Genoten van deze recensie?
Vind je het belangrijk dat zulke verdiepende beschouwingen over de podiumkunsten blijven verschijnen, vrij toegankelijk voor iedereen? Steun pzazz als lezer vanaf 1 € per maand.
Wij doen het zonder subsidies. Met jouw bijdrage kunnen we nog meer voorstellingen aandacht geven en onze auteurs, eindredacteurs en coördinator blijven vergoeden. Pzazz is er voor jou, maar ook een beetje van jou.
Steun pzazz